Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBZWB:2021:1803 
 
Datum uitspraak:14-04-2021
Datum gepubliceerd:21-04-2021
Instantie:Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Zaaknummers:C/02/367460 / HA ZA 20-9
Rechtsgebied:Civiel recht
Indicatie:Vordering van voormalig aandeelhouder vanwege na de verkoop van de aandelen door de vennootschap verkregen vergoeding van bank voor in het verleden afgesloten renteswapovereenkomsten (vergoeding onder Uniform Herstelkader). Afgeleide schade? Cessie? Ongerechtvaardigde verrijking?
Trefwoorden:koopovereenkomst
kwekerij
uitkering
wettelijke rente
 
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken

Breda


zaaknummer / rolnummer: C/02/367460 / HA ZA 20-9


Vonnis van 14 april 2021


in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

WAALPLONS BV,
gevestigd te Udenhout,
eiseres,
advocaat mr. M. van der Beek te Amersfoort,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

KING CUISINE BV,
gevestigd te Udenhout,
gedaagde,
advocaat mr. B.W.G. van der Velden te Amsterdam.


Partijen zullen hierna Waalplons en King Cuisine genoemd worden.




1De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:


de dagvaarding van 24 december 2019 met producties;


de conclusie van antwoord met producties;


de conclusie van repliek met producties;


de conclusie van dupliek;


het tussenvonnis van 23 september 2020;


de bij e-mail van 29 januari 2021 door mr. M. van der Beek toegezonden koopovereenkomst met bijlagen;


het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 9 februari 2021.





1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.





2De feiten

2.1.
King Cuisine drijft een onderneming in versproducten in de aperocategorie (etenswaren zoals dips en olijven e.d.).



2.2.
De aandelen in King Cuisine werden door de vennootschap King Beheer B.V. (King Beheer) gehouden. King Beheer is op 5 oktober 2016 gefuseerd met Waalplons.



2.3.
King Cuisine had een rekening-courant faciliteit bij Rabobank. Daarnaast had King Cuisine twee zogenoemde renteswapovereenkomsten afgesloten bij Rabobank (hierna: de renteswaps).



2.4.
Op 28 juli 2011 heeft King Beheer met Meninvest B.V. en Meninvest Real Estate B.V. (hierna gezamenlijk: Meninvest) een overeenkomst gesloten tot koop en verkoop van de aandelen in King Cuisine (hierna: de koopovereenkomst).



2.5.
King Beheer en Meninvest zijn voorafgaande aan de koop en levering van de aandelen in King Cuisine overeengekomen dat de aandelen ‘cash & debt free’ zouden worden verkocht. Alleen de rekening-courant faciliteit van King Cuisine bij Rabobank zou in stand blijven. De renteswaps (alsmede een andere geldlening) van King Cuisine bij Rabobank zouden voor datum overdracht worden beëindigd door King Beheer.



2.6.
Ter uitvoering van voormelde afspraak zijn de renteswaps voor een bedrag van € 184.800,00 afgekocht (hierna: de afkoopsom). De afkoopsom heeft de notaris uit de door Meninvest gestorte koopprijs voor de aandelen van King Cuisine aan Rabobank overgemaakt.



2.7.
Op 3 augustus 2011 heeft King Beheer haar aandelen in King Cuisine aan Meninvest geleverd.



2.8.
Een aantal jaren later heeft Meninvest haar aandelen in King Cuisine doorverkocht aan een derde.



2.9.
In 2013 constateerde de Autoriteit Financiële Markten (hierna: de AFM) tekortkomingen in de rentederivatendienstverlening van banken aan onder meer het MKB. Deze constatering was aanleiding voor een langdurige discussie – waarbij ook de minister van Financiën en de Tweede Kamer waren betrokken – die uiteindelijk ertoe leidde dat een Uniform Herstelkader Rentederivaten (UHK) tot stand kwam. Het UHK regelt (onder meer) welke herstelacties banken in specifieke situaties moesten uitvoeren om afnemers van rentederivaten te compenseren voor opgelopen schade.



2.10.
Op 10 mei 2019 heeft Rabobank een coulance-vergoeding aangeboden aan King Cuisine voor de renteswaps op basis van het UHK, welk aanbod King Cuisine heeft geaccepteerd.



2.11.
King Cuisine heeft van Rabobank een UHK-vergoeding ontvangen van in totaal ongeveer € 500.000,00 (hierna: de UHK-vergoeding).



2.12.
De UHK-vergoeding betreft een coulance-vergoeding die Rabobank naar tussen Rabobank en King Cuisine is overeengekomen onverplicht heeft uitgekeerd in ruil waarvoor King Cuisine afstand heeft gedaan van eventueel haar toekomende rechten op schadevergoeding in verband met de renteswaps op Rabobank, vanwege (mogelijk) teveel betaalde rente en kosten.




2.13.
Bij brief van 17 augustus 2019 heeft de advocaat van Waalplons aan King Cuisine medegedeeld dat zij ten onrechte de UHK-vergoeding heeft ontvangen en medegedeeld dat Waalplons de rechthebbende is tot de UHK-vergoeding.


2.14.
King Cuisine heeft bij brief van 12 september 2019 betwist dat zij gehouden is om de ontvangen UHK vergoeding aan Waalplons te betalen.





3Het geschil

3.1.
Waalplons vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

Primair

- voor recht wordt verklaard dat King Cuisine niet bevoegd was de betaling te ontvangen uit hoofde van de renteswaps en/of het UHK en dat Waalplons de ware gerechtigde is tot de UHK-vergoeding;
- King Cuisine wordt veroordeeld om aan Waalplons als de ware gerechtigde te betalen hetgeen King Cuisine uit hoofde van de UHK-vergoeding heeft ontvangen, overeenkomstig artikel 6:36 BW, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente; Subsidiair

- voor recht wordt verklaard dat King Cuisine ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van Waalplons;
- King Cuisine wordt veroordeeld tot afdracht aan Waalplons van ten onrechte genoten voordeel dat toekwam aan Waalplons, bestaande uit de UHK-vergoeding, althans tot vergoeding van de door Waalplons geleden schade eveneens bestaande uit de UHK- vergoeding, beide te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;Meer subsidiair
- voor recht wordt verklaard dat King Cuisine onrechtmatig heeft gehandeld tegenover Waalplons, althans in strijd heeft gehandeld met de redelijkheid en billijkheid tegenover Waalplons;
- King Cuisine wordt veroordeeld tot afdracht aan Waalplons van haar voordeelstoerekening overeenkomstig artikel 6:104 BW, althans wordt veroordeeld tot het vergoeden van de door Waalplons geleden schade, in beide gevallen bestaande uit de UHK-vergoeding en in beide gevallen te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;Primair, subsidiair en meer subsidiair
- King Cuisine wordt veroordeeld in de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel buitengerechtelijke incassokosten (BIK) ad € 6.775,00;
- King Cuisine wordt veroordeeld in de kosten van de procedure, vermeerderd met wettelijke rente;
- King Cuisine wordt veroordeeld in de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.


3.2.
Waalplons legt aan haar vorderingen ten grondslag dat King Cuisine gehouden is tot betaling van de UHK-vergoeding aan haar omdat (primair) de renteswaps geen onderdeel vormden van de verkoop. Gelet daarop is de vergoeding ten onrechte uitgekeerd aan King Cuisine en heeft Waalplons (als de werkelijk rechthebbende) een verhaalsrecht op grond van artikel 6:36 BW. Subsidiair stelt Waalplons dat sprake is van ongerechtvaardigde verrijking, althans sprake is van onrechtmatig handelen van King Cuisine.



3.3.
King Cuisine voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Waalplons in haar vorderingen, althans tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Waalplons in de kosten van het geding, vermeerderd met de wettelijke rente.



3.4.
Op de verdere stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.





4De beoordeling

4.1.
Partijen twisten – kort gezegd – over de vraag wie de rechthebbende is op de UHK-vergoeding. Waalplons (als rechtsopvolger van King Beheer de voormalig aandeelhouder van King Cuisine) legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de UHK-vergoeding niet King Cuisine, maar haar toekomt.


Primair: verhaal op grond van artikel 6:36 BW
4.2. Ter onderbouwing van haar vorderingen beroept Waalplons zich in de eerste plaats erop dat King Cuisine de UHK-vergoeding zonder recht heeft ontvangen, en Waalplons als de ware gerechtigde verhaal op haar kan zoeken op grond van het bepaalde in artikel 6:36 BW.



4.3.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank het volgende voorop. Waalplons (destijds King Beheer) was geen partij bij de renteswaps. Tussen partijen is ook niet in geschil dat voor zover Rabobank destijds bij het afsluiten van deze renteswaps onrechtmatig heeft gehandeld jegens King Cuisine, of een wanprestatie heeft gepleegd, Rabobank in beginsel alleen schadeplichtig is geworden jegens King Cuisine.



4.4.
Onder deze omstandigheden komt Waalplons (als voormalig aandeelhouder) alleen dan een vorderingsrecht toe op Rabobank (i) in het geval waarin Rabobank (ook) specifiek onzorgvuldig heeft gehandeld jegens Waalplons bij het aangaan van de renteswaps, en (ii) het geval waarin Waalplons geacht kan worden de vordering van King Cuisine op Rabobank op enig moment te hebben verkregen. De rechtbank zal hierna onderzoeken in hoeverre sprake is van één van beide voornoemde gevallen.


(i) Vorderingsrecht op eigen titel? Afgeleide schade?



4.5.
Hoewel Waalplons niet uitdrukkelijk een vordering uit hoofde van afgeleide schade aan haar vorderingen ten grondslag legt, ziet de rechtbank aanleiding volledigheidshalve (en ter voorkoming van misverstanden) daarop in te gaan. Dit omdat voor zover de vordering van Waalplons erop neerkomt dat (i) Rabobank onrechtmatig heeft gehandeld bij het aangaan van de renteswaps jegens King Cuisine, en (ii) Waalplons (als aandeelhouder) daardoor een minder hoge koopprijs heeft ontvangen voor haar aandelen in King Cuisine, Waalplons afgeleide schade vordert.
Dat Waalplons zelf (en niet King Cuisine) de afkoopsom voor de renteswaps aan Rabobank heeft voldaan kan daaraan niet afdoen. Door het betalen van de afkoopsom heeft Waalplons immers een schuld van een derde (King Cuisine) voldaan aan Rabobank. Daarbij is – zo begrijpt de rechtbank – tussen Waalplons en Meninvest bij overdracht van de aandelen King Cuisine afgesproken dat de afkoopsom voor rekening van Waalplons zou blijven (en aldus Waalplons de door haar betaalde afkoopsom aan Rabobank niet meer op King Cuisine kon verhalen).



4.6.
Volgens vaste rechtspraak geldt dat indien een derde aan een naamloze of besloten vennootschap vermogensschade toebrengt door een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een contractuele verplichting jegens de vennootschap of door gedragingen die jegens de vennootschap onrechtmatig zijn, alleen de vennootschap een vordering heeft tot vergoeding van deze schade. In beginsel komt aan een of meer houders van aandelen in de vennootschap niet een vordering toe tot vergoeding van schade bestaande in vermindering van de waarde van hun aandelen of gemiste koerswinst die het gevolg is van de vorenbedoelde tekortkoming of onrechtmatige gedraging jegens de vennootschap (zogeheten afgeleide schade). Op deze regel kan een uitzondering worden gemaakt indien sprake is van een gedraging die ‘specifiek onzorgvuldig’ is jegens de aandeelhouder (HR 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1899, rov. 3.4.1 (Kwekerij)).
Hetgeen is overwogen in het Kwekerij-arrest vindt aansluiting bij eerdere jurisprudentie waarin voor het kunnen maken van voornoemde uitzondering werd vereist dat sprake was van een schending van ‘een specifieke zorgvuldigheidsnorm’ jegens de benadeelde aandeelhouder (zie HR 2 december 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1564, NJ 1995/288 (Poot/ABP), rov. 3.4.3.)



4.7.
Gesteld noch gebleken is dat Rabobank kan worden verweten bij het aangaan van de renteswaps ook in het bijzonder onzorgvuldig te hebben gehandeld jegens Waalplons. Het gevolg is dat Waalplons niet geacht kan worden ‘op eigen titel’ een vorderingsrecht op Rabobank te hebben gehad in verband met het aangaan van de renteswaps met King Cuisine.


(ii) Vorderingsrecht van King Cuisine is overgegaan op Waalplons?



4.8.
De rechtbank zal nu onderzoeken in hoeverre de vordering van King Cuisine op Rabobank (zoals Waalplons stelt dat die heeft bestaan jegens Rabobank, hierna te noemen: de vordering) op enig moment is overgegaan op Waalplons.



4.9.
Waalplons wijst in dit verband erop dat King Cuisine ‘cash and debt free’ is verkocht. Waalplons heeft de afkoopsom aan Rabobank voldaan. Tussen partijen is afgesproken dat de renteswaps door Waalplons zouden worden afgewikkeld voor overdracht van de aandelen King Cuisine. De kosten voor afkoop van de renteswaps zijn door de notaris voldaan uit de koopprijs en aldus ten laste van Waalplons gekomen. Aldus is de vordering bij Waalplons ‘achtergebleven’ na de aandelenoverdracht, zo voert Waalplons aan.



4.10.
De rechtbank overweegt als volgt. Voor de overdracht van een vordering (onder bijzondere titel) is nodig dat deze wordt gecedeerd of dat deze vordering voorvloeit uit een rechtsverhouding die in zijn geheel (onder bijzondere titel) is overdragen (contractsovername). Daarnaast kan een vordering (krachtens algemene titel) overgaan op een andere (rechts)persoon (bijvoorbeeld vanwege een erfrechtelijke verkrijging of krachtens een fusie of splitsing). In het door Waalplons gestelde ligt slechts besloten de mogelijkheid dat Waalplons de vordering krachtens een bijzondere titel heeft verkregen van King Cuisine. De rechtbank zal onderzoeken in hoeverre hiervan sprake is geweest.


Cessie?



4.11.
Een rechtsgeldige cessie vergt een schriftelijk stuk (een akte van cessie) en mededeling van de cessie aan de debiteur. Dat voor de vordering een akte van cessie is opgemaakt en dat daarvan mededeling is gedaan aan Rabobank heeft Waalplons evenwel niet gesteld. Het bestaan van een dergelijke akte van cessie kan ook niet worden afgeleid uit de brief van Rabobank van 27 juli 2011 waar Waalplons naar heeft verwezen. Daarin staat slechts dat de renterenteswaps worden beëindigd.



4.12.
Ook voor zover in het door Waalplons gestelde besloten geacht moet liggen de stelling dat weliswaar niet expliciet een schriftelijk akte van cessie voor de vordering is opgesteld, maar een akte van cessie wel besloten geacht moet liggen in hetgeen tussen Waalplons, King Cuisine en Meninvest schriftelijk is overeengekomen ter zake van de overdracht van de aandelen King Cuisine en gelet op de betrokkenheid van Rabobank daarbij in zoverre ook ‘mededeling’ van de cessie is gedaan gaat de rechtbank ook aan die stelling voorbij. Ter toelichting overweegt de rechtbank nog als volgt.



4.13.
De omstandigheid dat ten tijde van de aandelenoverdracht Rabobank is betaald vanuit de door de notaris ontvangen koopprijs voor de aandelen King Cuisine die aan Waalplons toekwam vormt – anders dan is betoogd door Waalplons – geen aanwijzing dat de vordering geacht moet worden te zijn gecedeerd. King Cuisine kon zich ten tijde van de aandelenoverdracht alleen bevrijden van haar verplichtingen jegens Rabobank onder de renteswaps, indien zij deze contracten zou ‘afkopen’. Tussen Meninvest en Waalplons is vervolgens afgesproken dat de afkoopsom van Rabobank niet door King Cuisine zou worden voldaan maar door Waalplons. Aldus is afgesproken dat Waalplons nog voor de overdracht van de aandelen een schuld van haar dochter zou voldoen. De enkele omstandigheid dat een aandeelhouder de kosten voor het afwikkelen van een kredietrelatie voor zijn rekening neemt bij de verkoop van zijn aandelen in die vennootschap impliceert – behoudens wellicht bijzondere omstandigheden die zijn gesteld noch gebleken – evenwel nog niet de overdracht van eventuele vorderingen die de vennootschap nog op de kredietverstrekker mocht hebben uit hoofde van die kredietrelatie.



4.14.
Dat in dit geval aanleiding bestaat om te veronderstellen dat partijen weliswaar niet uitdrukkelijk zijn overgekomen de vordering van King Cuisine op Rabobank te cederen, maar dat een akte van cessie van de vordering geacht moet worden te zijn begrepen in hetgeen wel (schriftelijk) is overeengekomen, ligt ook overigens niet voor de hand omdat, naar tijdens de mondelinge behandeling is toegelicht door Waalplons, voor geen van partijen bij de aandelenoverdracht op dat moment duidelijk was dat er mogelijk nog een vorderingsrecht op Rabobank zou bestaan vanwege de renteswaps. Dit is Waalplons eerst enige tijd (jaren) nadat de aandelen waren verkocht en overdragen gebleken.



4.15.
De rechtbank stelt verder dat voor zover al sprake zou zijn geweest van een cessie uit niets blijkt dat daarvan ook mededeling is gedaan aan Rabobank op enig moment. De eigen stellingen van Waalplons – waarin tot uitgangspunt wordt genomen dat Rabobank waarschijnlijk bevrijdend aan King Cuisine heeft kunnen betalen (dagvaarding onder 55) – duiden evenwel erop dat ook Waalplons ervan uitgaat dat de overdracht van de vordering niet aan Rabobank is medegedeeld. Waarom Rabobank de vordering bevrijdend aan King Cuisine heeft kunnen betalen, terwijl deze reeds aan haar was overgedragen en daarvan ook mededeling aan Rabobank is gedaan, heeft Waalplons niet toegelicht.


Contractsovername?



4.16.
Voor zover in het door Waalplons gestelde nog een beroep op contractsovername besloten ligt – op grond waarvan de gehele rechtsverhouding tussen King Cuisine en Rabobank zou zijn overdragen aan Waalplons – ligt in het voorgaande ook een verwerping van die stelling besloten. Daarbij blijkt uit niets dat Rabobank op enig moment haar medewerking heeft verleend aan een dergelijke contractsovername, zoals artikel 6:159 BW vereist.



4.17.
De conclusie na het voorgaande is dat noch het bestaan van een akte van cessie voor de vordering, noch een mededeling daarvan aan Rabobank op enigerlei wijze aannemelijk is geworden.



4.18.
Ten overvloede overweegt de rechtbank nog als volgt. Door Waalplons is naar voren gebracht dat in hetgeen feitelijk is voorgevallen en afgesproken tussen partijen bij de overdracht van de aandelen in King Cuisine besloten ligt dat door King Cuisine ‘afstand’ is gedaan van de vorderingsrechten van King Cuisine uit hoofde van de renteswaps op Rabobank en aldus het vorderingsrecht geacht moet worden te zijn ‘achtergebleven’ bij Waalplons, zo begrijpt de rechtbank het gestelde.
In de eerste plaats merkt de rechtbank op dat een ‘afstand’ (van een recht) slechts tot gevolg kan hebben dat het desbetreffende recht teniet gaat. Voor zover sprake is geweest van een afstand door King Cuisine jegens Rabobank, zou daaraan dan ook slechts de conclusie kunnen worden verbonden dat het vorderingsrecht teniet is gegaan. Zou King Cuisine afstand hebben gedaan dan impliceert dit niet de verkrijging van het vorderingsrecht door Waalplons.
In de tweede plaats merkt de rechtbank op dat waar Waalplons stelt dat het vorderingsrecht na de verkoop van de aandelen King Cuisine aan Meninvest is ‘achterbleven’ bij Waalplons, dit – gelet op al het voorgaande – slechts mogelijk is indien het vorderingsrecht van King Cuisine op enig moment voor de verkoop van King Cuisine door Waalplons is verkregen en aldus bij Waalplons is ‘achtergebleven’. Dat dit het geval is geweest is evenwel onvoldoende onderbouwd door Waalplons, hetgeen de rechtbank hiervoor heeft toegelicht.



4.19.
Bij deze stand van zaken moet het in rechte ervoor worden gehouden dat Waalplons noch op grond van een eigen titel, noch vanwege een vorderingsrecht dat zij krachtens een bijzondere titel heeft verkregen, een vorderingsrecht heeft gehad op Rabobank in verband met de swapovereenkomsten. Het gevolg is dat in rechte niet komt vast te staan dat niet King Cuisine maar Waalplons de rechthebbende is op de UHK-vergoeding.



4.20.
De tussenconclusie is dat Waalplons geen recht op verhaal heeft ingevolge artikel 6:36 BW. De primaire vordering zal dan ook worden afgewezen.


Subsidiair: ongerechtvaardigde verrijking



4.21.
Waalplons beroept zich op ongerechtvaardigde verrijking door King Cuisine. Artikel 6:212 BW bepaalt dat degene die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander verplicht is, voor zover dit redelijk is, diens schade te vergoeden tot het bedrag van de verrijking.



4.22.
In geschil is tussen partijen of er sprake is van een verrijking van King Cuisine, of er sprake is van een verarming van Waalplons en of er sprake is van een verrijking die ongerechtvaardigd is. De rechtbank zal eerst nagaan – veronderstellende dat King Cuisine is verrijkt, hetgeen overigens wordt betwist – in hoeverre sprake is van ongerechtvaardigde verrijking.



4.23.
Waalplons stelt dat King Cuisine ongerechtvaardigd is verrijkt omdat de renteswaps waren beëindigd voor de aandelenoverdracht en King Cuisine daarna ter zake van de renteswaps geen verplichtingen meer had jegens Rabobank. Verder stelt Waalplons dat terwijl de teveel betaalde rente voldaan is door King Cuisine, bij het bepalen van de verkoopprijs geen rekening is gehouden met hetgeen teveel is betaald aan Rabobank aan rente en kosten in verband met de renteswaps. Aldus is dit bedrag uiteindelijk ten laste gekomen van Waalplons, in de vorm van een lagere koopprijs dan anders door haar zou zijn ontvangen voor de aandelen King Cuisine.



4.24.
King Cuisine betwist ongerechtvaardigd te zijn verrijkt omdat zij de contractspartij was bij de renteswaps, zij tijdens de contractsperiode de (te hoge) kosten aan Rabobank heeft betaald en daarom ook gerechtigd was de UHK-vergoeding als compensatie daarvoor te ontvangen.



4.25.
Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een ‘ongerechtvaardigde verrijking’ ter grootte van de UHK-vergoeding door King Cuisine ten koste van Waalplons overweegt de rechtbank als volgt. Gedurende de looptijd van de renteswaps heeft King Cuisine de maandelijkse rentebetalingen verricht (waarin ook provisie was begrepen). Niet in geschil is dat Waalplons, noch King Cuisine, noch Meninvest ten tijde van de overdracht van de aandelen ervan op de hoogte waren dat King Cuisine wellicht nog een vordering op Rabobank zou hebben vanwege het aangaan van de renteswaps. Het mogelijke bestaan daarvan is eerst geruime tijd na levering van de aandelen aan Meninvest aan partijen gebleken. Met deze mogelijkheid is bij het bepalen van de koopprijs voor de aandelen King Cuisine dan ook geen rekening gehouden. Deze enkele omstandigheid maakt echter nog niet dat indien na de overdracht van de aandelen King Cuisine haar een (niet voorzien) voordeel toevalt (in de vorm de UHK-vergoeding) deze ‘verrijking’ (voor zover daarvan al sprake is) ook ongerechtvaardigd is.



4.26.
Met de overdracht van (aandelen in het kapitaal van) een vennootschap gaat in beginsel ook het risico voor de lusten en de lasten van die vennootschap over op de koper. Het staat een koper en verkoper vrij om in de (koop)overeenkomst eventueel nadere afspraken te maken over de wijze waarop een koopprijs al dan niet zal worden herzien vanwege na de overdracht opgekomen omstandigheden. Zo heeft het ook Waalplons vrij gestaan destijds dergelijke afspraken te maken met Meninvest. Voor zover Waalplons meent dat zij achteraf gezien een te lage koopprijs heeft ontvangen van Meninvest, dient zij zich in beginsel met een vordering tot Meninvest te wenden. De omstandigheid dat het voorgaande feitelijk of juridisch gezien niet mogelijk is, kan niet op enigerlei wijze eraan bijdragen dat de verkrijging van de UHK-vergoeding door King Cuisine als ‘ongerechtvaardigd’ moet worden geoordeeld.



4.27.
De UHK-uitkering betreft voor King Cuisine een ‘geluk’ dat na de overdracht van de aandelen aan Meninvest aan haar is toegevallen en aldus (indirect) ook aan Meninvest als koper van de aandelen King Cuisine. De enkele omstandigheid dat King Cuisine dit geluk is toegevallen maakt evenwel nog niet dat King Cuisine ook ongerechtvaardigd geacht kan worden te zijn verrijkt ten koste van Waalplons.



4.28.
Op grond van het voorgaande faalt het beroep op ongerechtvaardigde verrijking.


Meer subsidiair: onrechtmatige daad en strijd met de redelijkheid en billijkheid



4.29.
Waalplons stelt tot besluit dat King Cuisine een onrechtmatige daad heeft gepleegd jegens haar door het aanbod van Rabobank te accepteren en betaling onder het UHK te ontvangen, althans in strijd heeft gehandeld met de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:2 BW). Daarbij neemt Waalplons tot uitgangspunt dat zij de ware gerechtigde is tot de UHK-vergoeding. Gelet op het andere oordeel van de rechtbank zijn de vorderingen van Waalplons ook op deze grondslagen niet toewijsbaar.



4.30.
De rechtbank merkt tot slot nog op dat zij gevoelsmatig wel begrip heeft voor het standpunt van Waalplons dat zij meent rechthebbende te zijn tot de UHK-vergoeding omdat de renteswaps beëindigd werden voor de aandelenoverdracht en Waalplons als (voormalig) aandeelhouder nu feitelijk met de schade achterblijft omdat de afkoopsom voor de renteswaps in mindering heeft gestrekt op de opbrengst van de aandelen King Cuisine. Deze ‘pech’ maakt het gevorderde evenwel niet toewijsbaar. Daarvoor is een juridische grondslag nodig. Het bestaan daarvan is in rechte onvoldoende komen vast te staan.


Proceskosten en nakosten



4.31.
Waalplons zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van King Cuisine worden begroot op:
- griffierecht € 4.200,00
- salaris advocaat € 9.642,00 (3 punten × tarief € 3.214,00)
Totaal € 13.842,00



4.32.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten, alsmede de nakosten, worden toegewezen zoals in het dictum vermeld.





5De beslissing
De rechtbank


5.1.
wijst de vorderingen af,



5.2.
veroordeelt Waalplons in de proceskosten, aan de zijde van King Cuisine tot op heden begroot op € 13.842,00 vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW als niet binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis tot betaling wordt overgegaan, met ingang van de 15e dag na de datum van dit vonnis;



5.3.
veroordeelt Waalplons in de kosten die zijn ontstaan na dit vonnis, begroot op
- € 157,00 aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van betaling, en
- € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van betaling,



5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. Schild en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2021.
Link naar deze uitspraak