Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBNNE:2018:5462 
 
Datum uitspraak:20-11-2018
Datum gepubliceerd:11-01-2019
Instantie:Rechtbank Noord-Nederland
Zaaknummers:
Rechtsgebied:Civiel recht
Indicatie:De ouders zijn al geruime tijd geleden gescheiden toen de kinderen nog klein waren. Sindsdien groeien de kinderen op met twee strijdende ouders en lijken zij de hoop op te geven dat de situatie nog zal verbeteren. Beide ouders leggen alle verantwoordelijkheid feitelijk buiten zichzelf en bij de ander en als dat niet lukt, dan bij de GI. De kinderrechter legt na een opmerkelijk verlopen zitting onverbloemd uit wat er anders moet.
Trefwoorden:burgerlijk wetboek
 
Uitspraak
beschikking


RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Assen

zaakgegevens : C/19/124705 / JE RK 18-499
datum uitspraak: 20 november 2018

beschikking verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van


Stichting Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis Groningen, hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI),
gevestigd te Assen.

betreffende

Kind 1 geboren op ….2007 te …, hierna te noemen Kind 1,

Kind 2, geboren op ….2009 te …, hierna te noemen Kind 2.

De kinderrechter merkt voorts als belanghebbenden aan:

A., hierna te noemen moeder,
wonende te …,

B., hierna te noemen vader,
wonende te ….



Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 1 november 2018, ingekomen bij de griffie op 2 november 2018.

Op 20 november 2018 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- de vader.

Opgeroepen en niet verschenen is:
- een vertegenwoordig(st)er van de GI.



De feiten
Het ouderlijk gezag over Kind 1 en Kind 2 wordt uitgeoefend door de ouders.

Kind 1 en Kind 2 wonen bij de moeder.

Bij beschikking van 6 december 2017 zijn Kind 1 en Kind 2 onder toezicht gesteld tot 6 december 2018.


Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling te verlengen van Kind 1 en Kind 2 voor de duur van één jaar.


Het standpunt van de GI

De GI heeft het volgende aan het verzoek ten grondslag gelegd. Kind 1 en Kind 2 wonen bij hun moeder en gaan één keer in de veertien dagen naar hun vader en delen van de vakantie. De ouders van Kind 1 en Kind 2 zijn in 2011 gescheiden en sindsdien bestaat er een voortdurende strijd tussen ouders, waar Kind 1 en Kind 2 veel last van hebben. Ook in de afgelopen periode is het ouders niet gelukt om op constructieve wijze met elkaar in gesprek te gaan. Er blijft sprake van beschuldigingen richting elkaar en verwijten over en weer. Het lukt ouders niet om in het belang van Kind 1 en Kind 2 te denken en te handelen. Ouders delen informatie over de andere ouder met de kinderen. Gemaakte afspraken worden niet altijd (direct) nagekomen. De GI heeft aan beide ouders voorgesteld en acht het noodzakelijk om gebruik te maken van de module "hulp na scheiding" van Yorneo of een soortelijke module. Vader staat hier niet voor open.

Hulp van IAG is voor moeder aangevraagd. Moeder zegt hulp van het IAG te accepteren om samen met haar te onderzoeken hoe ze een betere balans tussen werk en privé kan krijgen en om moeder bewuster te maken van wat Kind 1 en Kind 2 nodig hebben.

Vader deelt zaken die niet voor kinderen bestemd zijn met Kind 1. Voor vader zou het goed zijn om hulp te accepteren, zodat hij de kinderen ook niet meer belast met volwassenenzaken.

School geeft aan dat het moeilijk is om te zien dat de situatie van Kind 2 en Kind 1 niet stabieler wordt. Vanwege de instabiele situatie spreekt de IB-er de kinderen om de paar weken. Met de kinderen lijkt het goed te gaan op school. Met name Kind 2 ligt tot 22:00 - 24:00 uur wakker zodat hij moeder nog even kan zien zoals ze uit haar werk komt. School benoemt dat Kind 1 en Kind 2 nooit zeker weten, dat de dingen gaan zoals afgesproken en of hun belangen bovenaan staan. School merkt vooral bij Kind 1 dat hij steeds minder vertrouwen krijgt in een echte verandering in de situatie. Van maart 2018 tot juli 2018 ging Kind 1 wekelijks voor behandeling van zijn dyslexie naar RID. Hierbij werd hij ondersteund door zijn oppas en opa en oma. Door de gemeentelijke uitschrijving van moeder heeft zijn behandeling vier weken stil gelegen. De GI heeft met vader kunnen regelen dat de hulp via de gemeente van vader gefinancierd wordt. Dit heeft Kind 1 erg bezig gehouden. Hij gaf aan niet meer te geloven dat hij zijn ouders kan vertrouwen.

De GI vindt het noodzakelijk dat moeder er zo spoedig mogelijk zorg voor draagt, dat er hulpverlening opgestart wordt en dat er zicht komt op de beschikbaarheid van moeder voor de kinderen. Als deze hulpverlening niet op korte termijn, door de acties van moeder, opgestart kan worden, zal de GI zich gaan beraden op wat dit voor de stabiliteit, structuur en voorspelbaarheid voor Kind 1 en Kind 2 betekent en of de verblijfplaats bij moeder nog voldoet aan goed genoeg ouderschap.


Het standpunt van belanghebbenden


Het standpunt van moeder


Moeder heeft ter zitting een verzoek tot inschrijving bij de gemeente met datum 19 november 2018 getoond. Moeder is van mening dat een ondertoezichtstelling goed is. Gezien de strijd die tussen ouders gaande is, is de situatie van de kinderen zorgwekkend. Deze strijd wordt door beide kanten gevoerd. Moeder wil graag dat er hulp komt en dat ouders zich houden aan de afspraken over het ouderschap. Volgens moeder moet Kind 1 veel zaken tussen ouders kortsluiten. Moeder stelt dat vader geobsedeerd is door moeder. Ze wordt gestalkt en heeft melding gemaakt bij de politie, omdat het contactverbod verbroken wordt. Moeder is voornemens om juridische stappen te zetten. Moeder heeft veranderingen in haar werktijden doorgevoerd, waardoor zij meer aanwezig is.
Als de behandeling ter zitting is gesloten, mondeling uitspraak is gedaan en vader al boos de zaal heeft verlaten blijft moeder zitten. Zij vraagt wat zij zelf anders zou moeten doen. Dat gesprek is door de kinderrechter niet met haar aangegaan.


Het standpunt van vader


Vader heeft gevraagd wat het alternatief is voor een ondertoezichtstelling. In het afgelopen jaar heeft de GI niets gedaan. Vader heeft een duidelijke mening, hij neemt contact op met de GI en hij heeft een klacht ingediend bij de GI. Het gaat alleen maar slechter met de kinderen. Kind 1 heeft geen dyslexie onderwijs gekregen. Dit is een enorme zorg, maar de GI heeft niets ondernomen. Ter zitting heeft vader bevestigd dat hij nog steeds aan de kinderen vertelt dat moeder een psychiatrisch patiënt is. Volgens vader geeft Kind 1 zelf aan dat hij graag wil weten hoe het zit. Vader is ervan overtuigd dat hij op een juiste manier met Kind 1 en Kind 2 communiceert en dat zij hier baat bij hebben. De kinderen twijfelen niet meer aan de waarheid en zij hebben gevraagd om een gesprek met de GI. Op de vraag of de kinderrechter goed begrijpt dat vader meent dat moeder de oorzaak is van alle problemen, dat hij daar zelf op geen enkele manier aan heeft bijgedragen en zelf ook niets anders hoeft te gaan doen, antwoordde vader dat het wat zwart wit klinkt, maar dat het antwoord "ja" is.
Toen vader het een en ander werd voorgehouden omtrent zijn eigen gedrag werd hij heel boos en liet weten dat de rechtbanken/de kinderrechters verantwoordelijk zijn voor de situatie.


De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

Kort samengevat maken deze ouders er een potje van en laten zij hun kinderen daar het slachtoffer van worden. Verantwoordelijkheid voor hun eigen handelen en de gevolgen daarvan nemen de ouders niet.
De bedreiging voor de ontwikkeling van Kind 1 en Kind 2 is gelegen in de omgevingsfactoren waarin sprake is van een jarenlang verstoord communicatiepatroon tussen ouders. Ondanks dat ouders het gezamenlijk gezag over Kind 1 en Kind 2 uitoefenen is er geen enkele vorm van normale communicatie tussen beiden. Beide ouders laten zich over en weer negatief uit over elkaar en de opvoeding die door de ander geboden wordt. De kinderen worden daar in betrokken.
Dat vader overtuigd is van zijn eigen mening en visie en op geen enkele wijze openstaat voor een vorm van zelfreflectie griezelt de kinderrechter toe. Het enkele feit dat vader zijn kinderen nog steeds belast door aan ze te vertellen dat moeder een psychiatrisch patiënt is, gaat alle perken te buiten. Iedere keer dat vader zich negatief uitlaat over moeder, laat hij zich negatief uit over het gedeelte van Kind 2 en Kind 1 dat zij van moeder in zich dragen. Dit brengt de kinderen onherstelbare identiteitsschade toe, nog los van het loyaliteitsconflict waar ze in gedrongen worden
De GI heeft ook zorgen geuit over de opvoedingssituatie van moeder. Moeder heeft ter zitting laten zien dat zij op 19 november 2018 bij de gemeente is geweest voor een inschrijving. Een dag voor de zitting, terwijl dit probleem al maanden speelt. De kinderrechter vindt dit, mede gelet op het feit het Kind 1 hierdoor aan passende hulpverlening heeft ontbroken, rijkelijk laat. Het gebrek aan voortgang in het IAG traject legt moeder vervolgens ter zitting in één vloeiende beweging op het bordje van de GI.
Moeder stelt dat zij veranderingen in haar werktijden heeft doorgevoerd, waardoor zij beschikbaar is voor Kind 1 en Kind 2. Of dit een bestendige situatie is, moet nog blijken. Alhoewel moeder heeft aangevoerd dat zij zich niet negatief over vader uitlaat, heeft de tegelijkertijd ook verklaard dat zij juridische stappen zal gaan zetten tegen vader omdat hij zich niet houdt aan het contactverbod. Dit maakt dat de kinderen opnieuw worden blootgesteld aan de strijd die tussen ouders gaande is.
Moeder heeft een uitvoerige reactie geschreven op het verzoek van de GI. Daarin gaat zij de strijd aan op punten die haar verweten worden. Over hoe het met de kinderen gaat geen woord.
Dat moeder zelf niet kan bedenken wat zij anders zou moeten doen en die vraag na de behandeling ter zitting nog wil stellen is tekenend.

Door het niet hanteren van een eenduidige pedagogisch aanpak en het niet zoeken van onderlinge afstemming hierover, hebben ouders Kind 1 en Kind 2 gedwongen zich steeds aan de situaties aan te passen. Ouders zijn niet in staat gebleken de samenwerking aan te gaan in het belang van Kind 1 en Kind 2. De ouders zijn op dit moment onvoldoende bereid en onvoldoende in staat onder eigen verantwoordelijkheid die bedreiging weg te nemen. Er wordt door beide ouders onvoldoende tegemoet gekomen aan de behoeftes van veiligheid, aandacht, duidelijkheid en voorspelbaarheid. Het zou ouders sieren als zij hun eigen visies loslaten, de strijd direct en indirect staken, zij zich op geen enkele wijze meer negatief over elkaar uitlaten en de belangen van Kind 1 en Kind 2 voorop gaan stellen. Daar is momenteel geen sprake van en niets duidt erop dat de ouders daar zelf verandering in gaan brengen.
Gelet op vorenstaande acht de kinderrechter regievoering door een gezinsvoogd noodzakelijk.

Op dit moment zijn de bedreigingen in de ontwikkeling van Kind 1 en Kind 2 waaraan in ieder geval gewerkt moet worden:
- instabiele, ongestructureerde, onvoorspelbare opvoedingsomgeving;
- gebrek aan zicht op de opvoedingsomgeving bij moeder;
- blootstelling aan volwassenenproblematiek en voortdurende echtscheidingsproblematiek;
- sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling;
- gebrek aan onbelast contact met beide ouders;
- gebrek aan passende hulpverlening (Kind 1);
- mogelijk financiële problematiek van moeder.

De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van Kind 1 en Kind 2 verlengen voor de duur van twaalf maanden.

Daarbij merkt de kinderrechter nog het volgende op.
Dit is een zaak waar iemand verantwoordelijk voor moet zijn. De jeugdzorg werker die op de zaak zat is echter langdurig ziek en wordt waargenomen door het team. In de praktijk resulteert dit erin dat er al maanden niet veel gebeurt en er niemand namens de GI op zitting was. Na de behandeling ter zitting verscheen er alsnog iemand, maar daar is niet meer mee gesproken.
In een situatie waarin kinderen zo knel zitten als deze kan die situatie niet voortduren. Als de GI de zaak niet op een deugdelijke wijze kan oppakken, geeft de kinderrechter in overweging de zaak aan een andere GI over te dragen.


De beslissing

De kinderrechter:

verlengt de ondertoezichtstelling van Kind 1…, en Kind 2,… , …tot 6 december 2019;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.










Deze beschikking is gegeven door mr. T.M.L. Veen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van H. Bijkerk als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2018.


























Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshofArnhem-Leeuwarden
Link naar deze uitspraak