Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBAMS:2019:2658 
 
Datum uitspraak:12-04-2019
Datum gepubliceerd:25-04-2019
Instantie:Rechtbank Amsterdam
Zaaknummers:
Rechtsgebied:Civiel recht
Indicatie:Paspoortwet + Gezag. Minderjarige kan vervangende toestemming verkrijgen voor de aanvraag van een paspoort. Moeder met eenhoofdig gezag niet in staat dit uit te oefenen. Gezag geschorst. Rechbank belast ambtshalve de vader met het gezag.
Trefwoorden:burgerlijk wetboek
 
Uitspraak
beschikking


RECHTBANK AMSTERDAM


Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rekestnummer: C/13/663583 / FA RK 19-1690 (HHo/SV)


Beschikking van 11 april 2019 betreffende de Paspoortwet en gezag


in de zaak van:


[de man] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. J. van Koesveld, gevestigd te Amsterdam,

en


[het kind] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna mede te noemen [het kind] ,
advocaat mr. J. van Koesveld, gevestigd te Amsterdam,

tegen


[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vrouw.




1De procedure


1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het op 14 maart 2019 ter griffie ingekomen verzoekschrift.



1.2.
De zaak is behandeld ter zitting met gesloten deuren van 11 april 2019.
Gehoord zijn: verzoekers en hun advocaat, [naam 1] , stiefmoeder van [het kind] .



1.3.
De beschikking is op heden bepaald.





2De feiten


2.1.
De man en de vrouw hebben een relatie gehad. Uit deze relatie is op [geboortedatum] te [plaats] [het kind] geboren.



2.2.
De man heeft [het kind] erkend. De vrouw is belast met het eenhoofdig gezag.



2.3.

[het kind] heeft de Nederlandse nationaliteit.





3Het verzoek van de man en [het kind]


3.1.
De man en [het kind] hebben verzocht vervangende toestemming te verlenen voor de afgifte van een paspoort ten behoeve van [het kind] . Daarnaast heeft de man verzocht om vervangende toestemming te verlenen voor het vertrek van [het kind] op 19 april 2019 zodat zij in de gelegenheid is met haar (half)zusje en stiefmoeder naar New York te reizen voor een vakantie voor de duur van 10 dagen.





4De beoordeling


4.1.
De rechtbank heeft alle partijen opgeroepen, teneinde tussen hen een vergelijk te beproeven.



4.2.

Oproeping



4.2.1.
De vrouw is opgeroepen op het adres waar zij staat ingeschreven alsmede op het adres van de kliniek waar zij momenteel verblijft.



4.2.2.
Op grond van de op dit moment bekende feiten is de rechtbank van oordeel dat de vrouw behoorlijk is opgeroepen.




4.3.

Verzoek vervangende toestemming paspoort



Ontvankelijkheid



4.3.1.
Uit artikel 34 lid 2 Paspoortwet volgt dat indien bij gezamenlijke gezagsuitoefening één van de personen die het gezag uitoefent, weigert een verklaring van toestemming, als bedoeld in het eerste lid van de Paspoortwet, af te geven, deze verklaring van toestemming op verzoek van de andere ouder die het gezag uitoefent kan worden vervangen door een verklaring van de bevoegde rechter.



4.3.2.
Nu de man niet met het gezag is belast, kan hij derhalve geen verzoek doen op grond van artikel 34 lid 2 van de Paspoortwet en zal de rechtbank hem niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek.



4.3.3.
Nu [het kind] ouder dan 12 jaar is, kan zij op grond van artikel 34 lid 3 van de Paspoortwet wel zelf vervangende toestemming vragen. [het kind] kan daarom worden ontvangen in haar verzoek.


Inhoudelijke beoordeling




4.3.4.
Nu de vrouw niet heeft gereageerd op de oproep om ter zitting te verschijnen, gaat de rechtbank ervan uit dat zij weigert een verklaring af te geven als bedoeld in artikel 34 lid 1 van de Paspoortwet. Op grond van hetgeen uit de stukken, waaronder een brief van 11 maart 2019 van [naam 2] , is gebleken en uit hetgeen de man en [het kind] ter zitting hebben verklaard, is de rechtbank van oordeel dat na te melden beslissing in het belang van [het kind] wenselijk voorkomt. De rechtbank wijst het verzoek van [het kind] daarom toe.




4.4.

Vervangende toestemming buitenlandse reis



Ontvankelijkheid



4.4.1.
Nu de man en de vrouw niet gezamenlijk met het gezag zijn belast, kan de man niet op grond van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW) vervangende toestemming voor een buitenlandse reis van [het kind] verzoeken. Ook in dit verzoek is de man derhalve niet-ontvankelijk.




4.5.

Gezagsvacuüm



4.5.1.
De rechtbank overweegt dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de vrouw, die met het eenhoofdig gezag over [het kind] is belast, op dit moment in de onmogelijkheid verkeert het gezag over [het kind] uit te oefenen. Het gezag van de vrouw is daarom van rechtswege geschorst. Op grond van artikel 1:253r lid 1 BW is in dat geval artikel 1:253q BW van toepassing. Uit artikel 1:253q lid 3 BW volgt dat de rechtbank in een situatie waarbij de ouder met eenhoofdig gezag niet in staat is tot uitoefening van het gezag de andere ouder met het gezag kan belasten, tenzij het belang van de minderjarige zich daartegen verzet. Uit het vierde lid van artikel 1:253q BW volgt dat de rechtbank dit ook ambtshalve kan bepalen.



4.5.2.
De rechtbank zal gelet op het voorgaande bepalen dat het gezag van de moeder van rechtswege is geschorst. Verder zal de rechtbank ambtshalve de vader met het gezag over [het kind] belasten. Nu de man met het gezag wordt belast, terwijl het gezag van de vrouw van rechtswege is geschorst kan de man het toestemmingsformulier ondertekenen zodat [het kind] naar het buitenland kan reizen.






5De beslissing

De rechtbank:

- verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn verzoeken;

- verleent aan [het kind] een verklaring van toestemming als bedoeld in het derde lid van artikel 34 van de Paspoortwet;

- stelt vast dat het gezag van de vrouw over [het kind] , geboren te [plaats] [geboortedatum] van rechtswege is geschorst;

- belast de man met de uitoefening van het gezag over [het kind], geboren te [plaats] op [geboortedatum] , voor zover de bevoegdheid daartoe niet door een eerdere rechterlijke beslissing is uitgesloten;

- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

- wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door rechter mr. H.C. Hoogeveen, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. S.J. van der Veen, griffier, op 11 april 2019.


Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).Het beroep moet worden ingesteld:- door de verzoeker en degene aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;- door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.
Link naar deze uitspraak