Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBLIM:2021:8383 
 
Datum uitspraak:03-11-2021
Datum gepubliceerd:07-12-2021
Instantie:Rechtbank Limburg
Zaaknummers:C/03/294855 / HA ZA 21-39 C/03/294855 / HA ZA 21-39
Rechtsgebied:Civiel recht
Indicatie:Procedure tussen erfgenamen en executeur; voorlopige voorzieningen betreffende taakuitoefing execueur gedeeltelijk toegewezen.
Trefwoorden:erfgenamen
levensonderhoud
schenking
successierecht
testament
uitkering
vrijstelling
 
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer / rolnummer: C/03/294855 / HA ZA 21-392




Vonnis in het incident van 3 november 2021


in de zaak van



[eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident]
,
wonend te [woonplaats 1] ,
eiser (in conventie) in de hoofdzaak,eiser (in conventie) in het incident,verweerder in reconventie in de hoofdzaak,
verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident,
advocaat mr. R.H.J.G. Borger te Maastricht,

tegen




1 [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident]
in zijn hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van [erflaatster] ,
woonplaats kiezend te [plaatsnaam] ,
gedaagde in de hoofdzaak,gedaagde in het incident,
advocaat mr. J.J.C. Delahaye te Maastricht,



2 [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] ,
wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,gedaagde in conventie in het incident,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident,
advocaat mr. H.A.J. Stollenwerck te Maastricht.

Partijen zullen hierna [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] , [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] worden genoemd.




1De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:


de dagvaarding met producties,


de conclusie van antwoord in de hoofdzaak en het incident, van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] ,


de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 223 Rv en van voorwaardelijke eis in reconventie in dat incident, van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] ,


de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie in het incident ex artikel223 Rv, van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] ,


de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie in de hoofdzaak, van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] .1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.2. De feiten 2.1. [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] zijn de (enige) kinderen van de heer [naam vader] (hierna: vader) en mevrouw [erflaatster] (hierna: moeder). Vader is overleden op [overlijdensdatum 1] . Moeder is overleden op [overlijdensdatum 2] .2.2. Het door vader opgemaakte testament d.d. 16 september 1980 bevat een zgn. ouderlijke boedelverdeling, op grond waarvan, samengevat: (1) moeder alle goederen en rechten uit de nalatenschap van vader heeft geërfd, onder de last en verplichting om (onder meer) alle schulden van de nalatenschap te voldoen, en (2) [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] ieder een vordering hebben gekregen op de nalatenschap van vader ter hoogte van hun erfdeel, dit bedrag te vermeerderen met rente en opeisbaar op het moment van overlijden van moeder.




2.3.
De nalatenschap van moeder is door [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] en door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] beneficiair aanvaard.



2.4.
Moeder heeft een testament d.d. 22 december 2010 opgemaakt. Het testament bevat, onder meer, de volgende bepalingen:‘(…)HOOFDSTUK 2. LEGATEN 1. LegatenIk legateer, af te geven binnen drie maanden na mijn overlijden, aan ieder van mijn kleinkinderen een geldsom ter grootte van een honderd duizend euro (…).2. VerrekeningOp hetgeen mijn kleindochter [naam 1] krachtens legaat uit mijn nalatenschap verkrijgt strekt in mindering hetgeen zij aan mij schuldig is uit hoofde van geldlening(en) die zijn aangegaan in verband met de financiering van haar studie.HOOFDSTUK 3. ERFSTELLING 1. Erfstelling

Met inachtneming van de hiervoor bedoelde legaten benoem ik ieder van mijn kinderen tot mijn erfgenamen, ieder voor een gelijk deel.

(…)

HOOFDSTUK 4. EXECUTEUR


Ik benoem tot executeur (hierna ook te noemen: “de executeur”) de heer [naam executeur]


, (…). Voor de benoeming tot executeur gelden de volgende bepalingen:


Executeursbepalingen


-
Taken


De executeur heeft tot taak (…) de goederen van de nalatenschap te beheren en het voldoen van de schulden van de nalatenschap, die tijdens het beheer uit die goederen behoren te worden voldaan, waaronder de successierechten en het afgeven van legaten. De executeur is bevoegd voordat hij de legaten afgeeft, de over geldlegaten verschuldigde successierechten of rechten van overgang in te houden. (…)


-
Vertegenwoordiging


Gedurende zijn beheer vertegenwoordigt de executeur bij de vervulling van zijn taak de erfgenamen.


De executeur kan ook als wederpartij van zichzelf optreden.

- Beschikkingsonbevoegdheid

De erfgenamen kunnen niet zonder medewerking van de executeur of machtiging van de kantonrechter over (hun aandeel in) goederen van de nalatenschap beschikken voordat zijn bevoegdheid tot beheer is geëindigd.


-
Te gelde maken goederen


De executeur is bevoegd de door hem beheerde goederen te gelde te maken, voor zover dit nodig is voor de tot zijn taak behorende voldoening van schulden van de nalatenschap.


De executeur treedt omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking niet in overleg met de erfgenamen.


De executeur heeft voor de tegeldemaking van een goed geen toestemming van de erfgenamen nodig.


(…)

-
Het loon


De door de executeur in de uitoefening van zijn taak gemaakte kosten komen voor rekening van mijn erfgenamen, naar rato van hun verkrijging.


De executeur heeft voor zijn werkzaamheden recht op een loon, hetwelk in zijn beroepsgroep alsdan te doen gebruikelijk is.

- Toevoegen, in de plaats stellen, vervangen

Ik ken de executeur de bevoegdheid toe een of meer andere executeurs aan zich toe te voegen of in zijn plaats te stellen; als een benoemde executeur komt te ontbreken, is de kantonrechter op verzoek van een belanghebbende bevoegd een vervanger te benoemen.

- Boedelbeschrijving

De executeur moet binnen zes (6) maanden vanaf de dag dat de nalatenschap is opengevallen, een boedelbeschrijving met inbegrip van een voorlopige staat van de schulden van de nalatenschap opmaken. Hij moet de hem bekende schuldeisers oproepen tot indiening van hun vorderingen bij de boedelnotaris of, als deze ontbreekt, bij (een van) de executeur(s). De aanmelding van een vordering stuit de verjaring.

- Boedelnotaris

De executeur heeft het recht om een boedelnotaris en zo nodig taxateurs aan te wijzen.

- Informatieplicht. rekening en verantwoording

De executeur moet aan een erfgenaam alle door deze gewenste inlichtingen over de uitoefening van zijn taak geven. De executeur moet jaarlijks en bij het einde van zijn werkzaamheden aan de erfgenamen of zijn opvolger rekening en verantwoording doen van het beheer van de nalatenschap. Alle voor de belastingdienst van belang zijnde gegevens moet hij tijdig verschaffen.

- Einde executele en einde beheer

De taak en het beheer van de executeur eindigen als bij de wet bepaald.


HOOFDSTUK 5. AFWIKKELINGSBEWIND EN BEVOEGDHEID TOT VERDELING


1. Afwikkelingsbewind en last


Ik benoem de heer [naam executeur] , voornoemd, naast executeur ook tot afwikkelingsbewindvoerder.


Ik ken hem de bevoegdheid toe om, als vertegenwoordiger van mijn erfgenamen, de


nalatenschap met inachtneming van het hierna bepaalde te verdelen bij notariële akte.


Ik leg mijn erfgenamen de last op om binnen een redelijke, door de heer [naam executeur] als


afwikkelingsbewindvoerder te stellen termijn, op zijn eerste verzoek aan een


zodanige verdeling mee te werken.


2. Verdeling


De heer [naam executeur] is zelfstandig bevoegd alle goederen die tot mijn nalatenschap


behoren te verdelen.

(…)

3. Verdere bepalingen bewind


Voor het bewind gelden de volgende bepalingen:


- (…);

- als de heer [naam executeur] de taak als afwikkelingsbewindvoerder niet aanvaardt, vervalt dit bewind;

(…)

HOOFDSTUK 5. OVERIGE BESCHIKKINGEN


1. Sanctie niet uitvoeren last


Als een erfgenaam niet binnen een door de executeur/afwikkelingsbewindvoerder gestelde redelijke termijn meewerkt aan de verdeling van mijn nalatenschap zoals hiervoor in Hoofdstuk 4 vermeld, dan kan een onmiddellijk belanghebbende aan de rechter verzoeken het recht van de betreffende erfgenaam vervallen te verklaren.


(…)

4. Vrijstelling inbreng


Ik stel mijn afstammelingen vrij van de verplichting tot inbreng van giften in mijn nalatenschap, tenzij een verplichting tot inbreng bij de gift is opgelegd.


(…)’




2.5.
De heer [naam executeur] (hierna: [naam executeur] ) heeft de benoeming tot executeur aanvaard en heeft vervolgens, op grond van het in hoofdstuk 4 van dat testament opgenomen recht van in de plaats stelling, [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] aangewezen als executeur.[naam executeur] heeft de benoeming tot afwikkelingsbewindvoerder niet aanvaard. Het afwikkelingsbewind is daarop vervallen.



2.6.

[gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] heeft de benoeming tot executeur bij wege van in de plaats stelling aanvaard en is tot op heden in functie. De kantonrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 19 januari 2021 (zaken 8292509 OV VERZ 20-11 en 8782290 BR VERZ 20-339) de verzoeken van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] tot schorsing en tot ontslag van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] afgewezen.



2.7.

[gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] heeft enkele boedelbeschrijvingen (met inbegrip van een voorlopige staat van de schulden van de nalatenschap), door hem steeds ‘vermogensopstelling’ genoemd, opgesteld en verstrekt aan [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] , steeds onder de mededeling dat naar de mening van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] sprake was van voorlopige opstellingen. De eerste van deze vermogensopstellingen dateert van 3 juni 2019 (prod. 6 dv.), de daarop volgende opstellingen dateren van 6 augustus 2019 (prod. D.10 cva [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] ), 20 september 2019(prod. 9 dv.), 30 september 2020 (prod. 11 dv.) en 31 maart 2021 (prod. 20 dv.).



2.8.
De vermogensopstelling van maart 2021 bevat bezittingen van de nalatenschap ad in totaal € 1.334.557,75 en schulden ad in totaal € 1.165.114,52, uitmondend in een positief saldo ad € 169.443,23.


2.9.
Van de nalatenschap van moeder maakte aanvankelijk deel uit haar (voormalige) woning c.a. te [plaats] . De woning is in de zomer van 2020 door [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] verkocht en geleverd aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] . De koopsom ad € 300.000,00 is in de nalatenschap gevloeid.



2.10.
De nalatenschap van moeder bestaat op dit moment in de eerste plaats uit gelden op rekeningen bij Rabobank en ABNAMRO, volgens de vermogensopstelling van maart 2021 ruim € 400.000,00.



2.11.
Van de nalatenschap van moeder maken op dit moment verder deel uit de aandelen in [naam B.V.] (hierna: de B.V.). De B.V. is eigenaar van vier panden. Van het vermogen van de B.V. maakt verder deel uit een vordering op [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] . Volgens de vermogensopstelling van maart 2021 bedraagt de waarde van de aandelen in de B.V. ruim € 550.000,00.



2.12.
De vermogensopstelling van juni 2019 bevatte aan de actiefzijde verder nog, onder meer:

‘Lening [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] , notitie is veel hoger € 65.000,00’.

De vermogensopstelling van augustus 2019 bevatte aan de actiefzijde verder nog, onder meer:

‘Lening [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] , notitie is veel hoger cf not. Akte 2007 € 65.000,00

Rente over de jaren 2007 t/m overlijden 10,5 jaar € 13.650,00’.

De vermogensopstellingen van september 2019, september 2020 en maart 2021 bevatten aan de actiefzijde, naast een vordering van de nalatenschap op de B.V. ad (ongeveer)€ 75.000,00, verder nog:

‘Lening [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] , cf aangifte successie bij overlijden vader € 220.514,00


Rente over de jaren 2007 t/m overlijden 10,5 jaar (3%) € 66.488,52’.




2.13.
Volgens de vermogensopstelling van maart 2021 zijn de schulden van de nalatenschap aan de drie legatarissen volledig voldaan.



2.14.
De nalatenschap van moeder is zowel aan [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] als aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] een bedrag ad ruim € 360.000,- aan hoofdsom (te verminderen met ruim € 57.000,00 aan betaalde successierechten) en (ongeveer) € 220.000,- aan rente verschuldigd op grond van het testament van vader (zie rov. 2.2.).Daarnaast is de nalatenschap van moeder zowel aan [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] als aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] een bedrag van (ongeveer) € 20.000,00 verschuldigd vanwege door moeder met [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] respectievelijk [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] gesloten schenkingsovereenkomsten.



2.15.
De vermogensopstelling van maart 2021 bevat aan schulden van de nalatenschap, afgezien van het vermelde in rov. 2.14., uitsluitend nog schulden aan de fiscus (successiebelastingen ad ruim € 65.000,00) en afwikkelingsschulden (ad P.M.).


2.16.
Bij dagvaarding van 6 december 2019 (zaaknummer C/03/273072 / HA ZA 20-34) heeft [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] in conventie, onder meer, verdeling van de nalatenschap van moeder gevorderd.



2.17.

[eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] is bij onherroepelijk geworden arrest van 23 augustus 2016 door het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch veroordeeld tot betaling van € 200.456,60 aan de heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ). [naam 2] heeft op 8 april 2021, met de toestemming van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] ex artikel 3:190 lid 1 BW, executoriaal beslag gelegd op het onverdeelde aandeel van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] in de onverdeelde nalatenschap van moeder.


2.18.
Bij e-mail van 3 mei 2021 heeft [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] als volgt bericht:‘Beste [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] ,

In navolging van de diverse beslaglegging en aangespannen procedures doe ik hierbij jullie toekomen de volgende stukken.

• De vermogensopstelling per 31 maart 2021
• Een brief over het stappenplan dat ik ga volgen, als ik niet binnen 1 week een reactie heb

De volgende thema’s staan er nog open.

@ opgeslagen boedel (…)

@ Juwelen (…)

(…)


De brief over het stappenplan luidt, voor zover van belang, als volgt:‘Bij deze wil ik jullie graag twee scenario’s voorleggen voor de verdere afwikkeling van de nalatenschap van jullie moeder en om [uit, rechtbank] de huidige ontstane impassen te geraken.

Mede vanwege de beslaglegging door een privé schuldeiser van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] op zijn onverdeeld aandeel in het aandelenpakket (en dat aandeel dus mogelijk zal worden uitgewonnen, waardoor er substantieel actief vermogen aan de nalatenschap zal worden onttrokken), maar ook op al hetgeen nog uit de nalatenschap aan [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] wordt uitbetaald, moeten er mijns inziens nu op zeer korte termijn belangrijke beslissingen en stappen worden genomen.


Mijn voorkeur gaat nu uit naar een totaalregeling waarbij ook al meteen tot verdeling van de nalatenschap wordt overgegaan. Hiervoor heb ik dan uiteraard wel jullie medewerking en toestemming nodig, aangezien mijn taak in beginsel beperkt is tot de “vereffening” van de boedel.


Aan een totaalregeling en een finale afwikkeling zijn echter naar mijn mening de nodige voordelen verbonden, hetgeen ik hieronder zal toelichten.


De twee scenario’s die mijns inziens tot de mogelijkheden behoren, zijn de volgende.


1. Voorstel finale afwikkeling (vereffening en verdeling nalatenschap)


Mede vanwege het beslag door [naam 2] ten laste van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] , maar ook omdat er te weinig liquide middelen zijn om de schuldeisers van de nalatenschap (onder wie jullie als erfgenamen) meteen uit te betalen, heeft het mijn voorkeur en acht ik het in jullie belang als erfgenamen dat er nu een totaal regeling wordt getroffen. Die zou eruit bestaan dat er nu zowel een vereffening als verdeling van de nalatenschap plaats vindt, dus een verrekening van de schulden met de erfdelen. Dit is in mijn ogen een praktische oplossing, die veel toekomstige procedures (ten laste van het vermogen van de nalatenschap) kan voorkomen en ook voorkomt dat de aandelen/B.V. geliquideerd zullen/zal moeten worden, hetgeen anders onvermijdelijk is om de schulden van de nalatenschap te voldoen. Concreet houdt dit voorstel in dat de vadersdelen worden uitbetaald (bij [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] onder verrekening met de nog openstaande schuld aan de nalatenschap), en de nalatenschap wordt verdeeld op zodanige wijze dat de aandelen/B.V. niet moeten worden geliquideerd. Een en ander stelt [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] ook in staat om op korte termijn [naam 2] uit te betalen waardoor de beslagen kunnen worden doorgehaald.


(…)

2. Alternatief scenario indien geen overeenstemming over finale afwikkeling: vereffening


nalatenschap; plan van aanpak


In het geval jullie niet akkoord gaan met een totaal afwikkeling (dus inclusief afwikkeling verdeling), zal ik overgaan tot de voldoening van de schuldeisers van de nalatenschap, waarbij ik de wettelijke rangorde voor uitbetaling van de schulden, zoals neergelegd in artikel 4:7 BW, moet respecteren.


Aangezien er niet voldoende liquide middelen in de nalatenschap zijn om de schulden mee te voldoen, zal ik activa van de nalatenschap moeten liquideren. In dit geval gaat het om de aandelen van de B.V., of de tot de B.V. behorende onroerende zaken. Uiteraard zal ik dit in overleg met jullie doen. Om te voorkomen dat [naam 2] gaat uitwinnen, stel ik voor dat alvast het door [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] verzochte voorschot wordt uitgekeerd aan [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] , waarbij geldt dat het restant waar [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] dan ter zake van het vadersdeel nog recht op heeft, uiteraard meteen verrekend moet worden met de schuld die [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft aan de nalatenschap ad € 220.514 +

€ 66.488,52 = € 287.002,52,--.


(…)


Graag verneem ik zo spoedig als mogelijk maar uiterlijk binnen een week na heden jullie visie/reactie op het voorgaande, waarvoor dank.’




2.19.
Bij verzoekschrift van 12 april 2021 (zaaknummer onbekend) heeft [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] de kantonrechter in deze rechtbank verzocht om te bepalen dat de taak van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] als executeur per 3 juni 2019, subsidiair 3 oktober 2019, meer subsidiair 30 september 2020 is geëindigd en dat tot vereffening dient te worden overgegaan. Op dit verzoekschrift is nog niet beslist.





3Het geschil
in het incident

3.1.

[eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft gevorderd om bij wege van voorlopige voorziening:



[gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] voor de duur van deze procedure te verbieden om op enigerlei wijze over te gaan tot voldoening van schulden van de nalatenschap en/of verdeling en/of vereffening en/of afwikkeling anderszins van de nalatenschap (althans het restant na voldoening van de schulden) op een zodanige wijze dat de vermeende schuld van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] aan de nalatenschap (die door [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] betwist wordt voor het meerdere boven € 20.000,00) als in het lijf van de dagvaarding nader omschreven op enigerlei wijze wordt verrekend met de vordering van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] op de nalatenschap en diens aandeel in (het restant van) de nalatenschap, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van€ 287.000,00 ineens voor het geval [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] het gevraagde verbod overtreden;



[gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] in diens hoedanigheid van executeur te veroordelen tot betaling van een


voorschot aan [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] van € 200.000,00 althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, binnen een week na betekening van het vonnis;
3. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] in persoon te veroordelen akkoord te gaan met - althans alle benodigde medewerking te verlenen aan - het doen uitbetalen van het sub 2. gevorderde
voorschot van € 200.000,00, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag, aan [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag die [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] na betekening van het vonnis weigerachtig is om aan de inhoud van het vonnis te voldoen althans het eventueel benodigde akkoord/de eventueel benodigde medewerking als gevorderd te verlenen; met veroordeling van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] in de proceskosten.



3.2.
[gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] hebben (afzonderlijk) verweer gevoerd.



3.3.

[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft vervolgens in reconventie gevorderd dat [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] wordt veroordeeld om bij wege van voorlopige voorziening (ook) aan haar een voorschotad € 200.00,00 uit te keren. De incidentele vordering is voorwaardelijk ingesteld, namelijk voor het geval de rechtbank de incidentele vorderingen van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] onder 2. en 3. zal toewijzen.



3.4.

[eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft verweer gevoerd in voorwaardelijke reconventie.



3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.


in de hoofdzaak

3.6. [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft gevorderd om voor recht te verklaren:


dat [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] nimmer de door [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] gepretendeerde schuld zoals in het lijf van de dagvaarding omschreven en zoals opgenomen in de vermogensopstellingen van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] ad (in hoofdsom) € 220.514,00 aan de nalatenschap heeft gehad of heeft, althans niet voor het meerdere boven (in hoofdsom) € 65.000,00;


dat [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] daarover (dus) ook geen rente ad 3% per jaar verschuldigd is sedert 2007 t/m datum overlijden van moeder ( [overlijdensdatum 2] );- dat [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] over het wel als verschuldigd erkende deel ad € 65.000,00 in hoofdsom enkel rente verschuldigd is ter hoogte van de rente die de ouders uit hoofde van hun hypothecaire overeenkomst verschuldigd waren en derhalve, na het aflossen door de ouders van de hypothecaire lening in 2012, sinds 2012 dus niets meer;- dat op het wel door [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] als verschuldigd erkende deel ad € 65.000,00 in hoofdsom, te vermeerderen met de contractueel overeengekomen rente tot het moment van aflossing door de ouders van hun hypothecaire lening in 2012, de schenkingen van moeder in 2013 ad € 25.100,00 en € 20.255,00 en in 2014 ad € 14.650,00 in mindering strekken/in mindering dienen te worden gebracht;


met veroordeling van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] in de proceskosten.


3.7.
[gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] hebben (afzonderlijk) verweer gevoerd.



3.8.

[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft vervolgens in reconventie jegens [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] gevorderd om voor recht te verklaren dat de schuld van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] aan de nalatenschap van moeder € 220.514,00 naast de schuld van € 65.000,00 bedraagt, exclusief rente,met veroordeling van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] - uitvoerbaar bij voorraad - in de proceskosten.





4De beoordeling


in het incident



4.1.
Centraal in de onderbouwing van de incidentele vordering van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] onder 1. staan de e-mail van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] d.d. 3 mei 2021 en de daarbij gevoegde (ongedateerde) ‘brief over het stappenplan’ (zie rov. 2.18.). [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] stelt dienaangaande, samengevat:(1) dat [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] in de genoemde stukken aangeeft dat hij als executeur, al dan niet op basis van de instemming van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] , op korte termijn wil overgaan tot handelen (waaronder: het doen van betalingen aan schuldeisers van de nalatenschap, gebruik makend van de gedwongen toerekening van schulden),(2) dat hij daarbij conform zijn meer recente vermogensopstellingen tot uitgangspunt wil nemen dat [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] een schuld heeft aan de nalatenschap ad € 220.514,00 aan hoofdsom en € 66.488,52 aan rente, en(3) dat [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] daarmee voorbij gaat aan de beargumenteerde opvatting van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] dat zijn schuld aan de nalatenschap niet meer bedraagt dan (ongeveer) € 20.000,00, te weten: € 65.000,00 aan hoofdsom, dit bedrag te vermeerderen met rente en te verminderen met schenkingen van moeder aan [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] ad (in totaal, ongeveer) €60.000,00.



4.2.
In verband met de genoemde incidentele vordering onder 1. heeft [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] als verweer aangevoerd, samengevat:(1) dat hij betwijfelt of [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] spoedeisend belang heeft bij de vordering; (2) dat het verbod zoals gevorderd hoe dan ook te ver gaat, omdat hij als executeur tot taak heeft schulden van de nalatenschap van moeder te voldoen, waarbij van belang is dat inmiddels alleen nog sprake is van schulden aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] en lopende kosten in verband met zijn eigen taak (en die van zijn adviseurs);(3) dat [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] waarschijnlijk (enkel) doelt op het uitspreken van een verbod om gedurende de onderhavige procedure de schulden van de nalatenschap aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] te voldoen, al dan niet onder verrekening van die schulden met hun (eventuele) schulden aan de nalatenschap;(4) dat hij voorlopig (en behoudens een andersluidend oordeel van de rechtbank) niet het plan heeft om het onder (3) genoemde te doen, zodat het opleggen van een verbod niet noodzakelijk is.


4.3.

[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft als verweer tegen de genoemde incidentele vordering onder 1. aangevoerd, samengevat, dat deze vordering geen betrekking kan hebben op haar, omdat zij - anders dan [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] - geen zeggenschap heeft over de wijze waarop de nalatenschap van moeder wordt beheerd.



4.4.
De rechtbank overweegt dat de vordering van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] onder 1. is gericht tegen zowel [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] als [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] . Laatstgenoemde heeft niet de bevoegdheid om uit de nalatenschap van moeder betalingen te doen aan schuldeisers van de nalatenschap (waaronder zijzelf en [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] ). Het door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] gevoerde verweer treft daarom doel. De genoemde vordering onder 1. zal daarom worden afgewezen voor zover zij is ingesteld jegens [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] .



4.5.

[gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] betwijfelt weliswaar of [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] spoedeisend belang heeft bij zijn genoemde vordering onder 1., maar miskent daarmee dat hij in zijn (in rov. 2.18. aangehaalde) e-mail van 3 mei 2021 heeft geschreven dat hij het stappenplan gaat volgen als hij niet binnen één week een reactie heeft en dat hij in dat stappenplan onder 2. heeft geschreven dat hij ‘zal (…) overgaan tot de voldoening van de schuldeisers van de nalatenschap’ en dat daarbij het ‘vadersdeel’ van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] ‘uiteraard meteen verrekend moet worden met de schuld die [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft aan de nalatenschap ad € 220.514 + € 66.488,52 = € 287.002,52’.Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] vóór de betekening van de dagvaarding in de onderhavige zaak [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft bericht dat hij, al dan niet tijdelijk, zal afzien van zijn aankondigingen in de e-mail en in het ‘stappenplan’ zoals hiervoor aangehaald. Het spoedeisend belang van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] bij de onder 1. gevraagde voorlopige voorziening is daarmee gegeven.



4.6.

[gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] heeft terecht aangevoerd dat het onder 1. gevorderde verbod naar de letter genomen te ver gaat, gelet op hetgeen [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] er kennelijk mee beoogt.De rechtbank begrijpt echter dat [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] met zijn vordering onder 1. (uitsluitend) wil voorkomen dat - voordat de onderhavige procedure is geëindigd - schulden van de nalatenschap van moeder aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] worden voldaan als daarbij, waar het [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] betreft, verrekening plaatsvindt met een (vermeende) schuld van laatstgenoemde aan de nalatenschap ad (in totaal) € 287.002,52, althans met een schuld hoger dan € 20.000,00.Aldus opgevat zal de rechtbank de incidentele vordering van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] onder 1. toewijzen jegens [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] . [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft voldoende belang bij deze toewijzing, gelet op de door [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] in zijn genoemde e-mail en stappenplan aangekondigde ‘voortvarendheid’. De rechtbank laat daarbij meewegen dat [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] in zijn antwoord in het incident weliswaar heeft aangevoerd dat hij voorlopig niet van plan is om de schulden van de nalatenschap aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] te voldoen, maar dat hij niet heeft toegelicht wat hem heeft bewogen tot deze pas op de plaats en, in verband daarmee, hoe lang de pas op de plaats zal duren. De rechtbank laat hierbij verder meewegen dat de argumenten die [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] aanvoert ten betoge dat zijn schuld aan de nalatenschap duidelijk lager is dan het bedrag zoals vermeld op de meer recente vermogensopstellingen van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] van dien aard zijn dat zij een serieus onderzoek verdienen. Daarbij is van belang dat [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] in zijn antwoord in de hoofdzaak (onder 1.4) heeft aangevoerd dat (en waarom) hij zijn standpunt inzake de omvang van de schuld van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] aan de boedel ontleent aan de door moeder opgestelde en ondertekende aangifte successierechten na het overlijden van vader, maar dat uit latere stukken andere bedragen lijken te volgen.



4.7.
Ter onderbouwing van zijn incidentele vorderingen onder 2. jegens [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] en 3. jegens [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] gesteld, samengevat:(1) dat hij niet langer inkomen geniet op grond van zijn werk ten behoeve van de B.V. en dat hij niet beschikt over andere inkomsten of (onmiddellijk beschikbaar) vermogen van betekenis, waardoor hij, onder andere, niet in staat is om een eigen auto (in de plaats van de auto van de B.V.) aan te schaffen ;(2) dat hij zijn schuldeiser [naam 2] wil voldoen, maar niet over de daarvoor vereiste middelen beschikt;(3) dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] alleen willen instemmen met de uitbetaling van een voorschot uit de nalatenschap van moeder als hij, [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] , erkent dat zijn schuld aan de nalatenschap de door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] gestelde - en door [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] in zijn meer recente vermogensopstellingen opgenomen - omvang heeft;
(4) dat dit standpunt ten onrechte wordt ingenomen en dat de omvang van de nalatenschap ook voor het overige de uitkering van een voorschot van € 200.000,00 toelaat.



4.8.
In verband met de genoemde incidentele vordering onder 2. heeft [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] als verweer aangevoerd, samengevat:(1) dat hij betwijfelt of [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] spoedeisend belang heeft bij deze vordering, omdat de nalatenschap voldoende liquide middelen heeft om [naam 2] te kunnen voldoen, zodat een executoriale verkoop niet aan de orde is;(2) dat aan de uitbetaling van een voorschot zoals gevorderd risico’s zijn verbonden, omdat dan geen verrekening plaatsvindt met de vordering van de nalatenschap op de erfgenaam en omdat dan op een later moment kan blijken dat die verrekening niet meer (volledig) mogelijk is;(3) dat hij aanvankelijk niettemin het voornemen had om een voorschot ad€ 191.739,47 uit te betalen aan [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] , om daarmee te voorkomen dat [naam 2] tot executie zou overgaan, maar dat hem vervolgens is gebleken dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] nadrukkelijk bezwaar maakt tegen de voorgenomen uitbetaling en dat hij, [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] , daarom zijn voornemen niet ten uitvoer zal brengen (tenzij de rechtbank anders zal oordelen);(4) dat de beslaglegging door [naam 2] hoe dan ook betekent dat uit de nalatenschap alleen aan [naam 2] kan worden betaald, en niet, in plaats daarvan, aan [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] .



4.9.

[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft in verband met de genoemde incidentele vordering onder 3. als verweer aangevoerd, samengevat:(1) dat toewijzing van de vordering (en van de vordering onder 2.) alleen mogelijk is als komt vast te staan dat [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] de uitkomst van de hoofdzaak (waaronder ook te begrijpen de zaak met nummer C/03/273072 / HA ZA 20-34, waarin, onder meer, hetzelfde aan de orde komt als in de onderhavige hoofdzaak) niet kan afwachten;(2) dat aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, omdat [naam 2] de uitkomst van de procedure 273072 lijkt te willen afwachten;(3) dat, afgezien daarvan, aan de belangen van [naam 2] voldoende tegemoet wordt gekomen gelet op het door hem gelegde beslag, zodat de vordering van [naam 2] op [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] geen deugdelijk argument vormt om het voorschot zoals gevorderd uit te keren;
(4) dat de uitbetaling van het voorschot kan betekenen dat onvoldoende mogelijkheden bestaan om de voldoening van de schuld van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] aan de nalatenschap af te dwingen, zeker als [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] in het gelijk zou worden gesteld waar het betreft de omvang van die schuld.


4.10.
De rechtbank laat in het midden of [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] een voldoende spoedeisend belang heeft bij de onder 2. en 3. gevraagde voorlopige voorzieningen. De rechtbank is namelijk van oordeel dat de beide vorderingen hoe dan ook een deugdelijke inhoudelijke onderbouwing ontberen. Dat is het geval omdat [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] enerzijds de nadruk legt op zijn beperkte inkomen en vermogen. Daarmee lijkt hij aan te geven dat het voorschot - alleen of voor een substantieel deel - is bedoeld voor zijn eigen levensonderhoud, zijn vervoer daaronder begrepen. Anderzijds voert [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] aan dat hij het voorschot wil gebruiken om zijn schuldeiser [naam 2] te voldoen. [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft niet gesteld hoe de beide argumenten zich onderling verhouden, waarbij van belang is dat de incidentele vordering betrekking heeft op een bedrag van € 200.00,00, terwijl [naam 2] beslag heeft gelegd voor een bedrag van € 191.762,21 met kosten. [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft ook niet deugdelijk onderbouwd hoe de gevorderde betaling aan hem zich verdraagt met het door [naam 2] gelegde beslag.De incidentele vorderingen onder 2. en 3. zullen daarom worden afgewezen.



4.11.
Aan de voorwaarde waaronder [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] haar vordering in reconventie in het incident heeft ingesteld wordt niet voldaan, zodat op deze vordering niet behoeft te worden beslist en al hetgeen [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] dienaangaande hebben gesteld buiten beschouwing kan blijven.



4.12.
Gelet op de uitkomst van het incident en op de positie van partijen ten opzichte van elkaar zal de rechtbank de proceskosten in het incident aldus compenseren dat iedere partij de eigen kosten draagt.


in de hoofdzaak
4.13. [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft nog niet geantwoord in de door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] jegens hem ingestelde reconventie. De rechtbank heeft hem daartoe inmiddels in staat gesteld.



4.14.
De rechtbank wijst partijen erop dat haar ambtshalve bekend is wat in de (eerdere genoemde) zaak met zaaknummer C/03/273072 / HA ZA 20-34 wordt gevorderd door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] (in conventie) en door [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] (in reconventie). De rechtbank is ook op de hoogte van het procesverloop en is bekend dat beide partijen inmiddels vonnis hebben gevraagd.De rechtbank overweegt dat voor haar vast staat dat in het kader van de beoordeling van de zaak 273072 alle vragen aan de orde zullen komen en zullen worden beantwoord die ook door middel van de vorderingen in de onderhavige (hoofd)zaak aan de orde worden gesteld.De rechtbank geeft partijen in de onderhavige zaak in overweging, zulks ter bespoediging van de beslechting van de bestaande geschillen en ter besparing van kosten, om de procedure te beëindigen, en om de relevante processtukken, desgewenst, toe te voegen aan het dossier van de zaak 273072.Met het oog op het voorgaande zal de zaak, nadat de genoemde conclusie van antwoord in reconventie is genomen, niet naar de rol worden verwezen voor opgave verhinderdata met het oog op een nader te bepalen mondelinge behandeling (die niet eerder dan in de tweede helft van 2022 zal kunnen plaatsvinden), maar voor uitlating voortprocederen door alle partijen gelijktijdig.



4.15.
Iedere (verdere) beslissing zal worden aangehouden.5. De beslissing
De rechtbank


in het incident
5.1. verbiedt [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] voor de duur van de onderhavige procedure om schulden van de nalatenschap van moeder aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] en [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] te voldoen als daarbij, waar het [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] betreft, verrekening plaatsvindt met een (vermeende) schuld van laatstgenoemde aan de nalatenschap ad (in totaal) € 287.002,52, althans met een schuld groter dan € 20.000,00;



5.2.
wijst af de vorderingen van [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] onder 2. en 3;



5.3.
verstaat dat niet op de eis in voorwaardelijke reconventie van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, gedaagde in conventie in het incident, eiseres in reconventie in de hoofdzaak, eiseres in voorwaardelijke reconventie in het incident] behoeft te worden beslist;



5.4.
compenseert de proceskosten in het incident aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;


in de hoofdzaak



5.5.
houdt iedere (verdere) beslissing aan totdat [eiser (in conventie) in de hoofdzaak, eiser (in conventie) in het incident, verweerder in reconventie in de hoofdzaak, verweerder in voorwaardelijke reconventie in het incident] heeft geantwoord in reconventie en verstaat dat daarna zal worden gehandeld overeenkomstig het bepaalde in rov. 4.14-slot.


Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Beurskens en in het openbaar uitgesproken op 3 november 2021.
Link naar deze uitspraak