Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBDHA:2020:1425 
 
Datum uitspraak:20-02-2020
Datum gepubliceerd:20-02-2020
Instantie:Rechtbank Den Haag
Zaaknummers:NL19.29512
Rechtsgebied:Vreemdelingenrecht
Indicatie:Bekering – eerdere asielaanvragen in 1999 en 2000, thans derde asielaanvraag - weging van verklaringen van derden is onvoldoende gemotiveerd – verklaringen van derden die betrekking hebben op onder meer feitelijke gedragingen van eiser gedurende een zeer lange periode – “nieuwe inzichten” in de zin van WI 2019/18. De verklaringen van derden in de onderhavige procedure hebben betrekking op de gedragingen van eiser gedurende een exceptioneel lange periode. Deze verklaringen zijn niet beperkt tot een alternatieve geloofwaardigheidsbeoordeling, maar zijn een weergave van hoe eiser zich beweegt in en vanuit een kerkelijke gemeenschap. Niet alleen wordt beschreven wat eiser feitelijk doet en waar hij dat doet, maar ook wordt duidelijk dat eiser veelvuldig tegen deze derden spreekt over wat het geloof voor hem betekent, welke rol zijn geloof in zijn leven speelt en hoe hij zich als bekeerde gelovige wil gedragen. Eiser spreekt blijkens deze verklaringen ook over zijn innerlijke motieven om gelovig te willen zijn. Tevens blijkt zeer gedetailleerd welk langdurig proces, zowel innerlijk als in de geloofsgemeenschap, van bekering eiser heeft doorlopen. Deze derden hebben ook verklaard dat eiser zijn kennis over het geloof met grote regelmaat deelt en dus expliciet uit. Verweerder mag verwachten dat eiser ten overstaan van hem praat over zijn proces van bekering, zijn motieven hiervoor en zijn kennis over zijn nieuwe geloof. Deze verklaringen van derden verschaffen echter nieuwe inzichten in die zin dat eiser wel degelijk kan verklaren over zijn innerlijke motieven, zijn proces en zijn kennis, maar dat hij wellicht heeft nagelaten om dat in zijn gehoren te doen. Verweerder heeft de aard en inhoud van de vele verklaringen van derden over eiser die betrekking hebben op een zeer lange periode in zijn besluit, verweerschrift en toelichting ter zitting onvoldoende onderkend en daarmee onvoldoende gewogen. De rechtbank betrekt hierbij dat verweerder ter zitting -desgevraagd- heeft aangegeven dat duidelijk is dat eiser en alle genoemde derden eiser als bekeerd en gelovig Christen beschouwen en dat eiser veelvuldig en structureel gedragingen vertoont die naar uiterlijke vertoning lijken op religieuze rituelen en deelname aan een geloofsleven. Verweerder heeft daarbij, op vragen van de rechtbank, aangegeven aan te willen nemen dat eiser zichzelf als een oprecht en innerlijk bekeerd christen beschouwt en degenen die over eiser ten behoeve van deze procedure een verklaring hebben afgelegd dat ook doen. Verweerder heeft tevens de inhoud van de verklaringen in het geheel niet weersproken en aangegeven dat hij aanneemt dat eiser alle feitelijke gedragingen vertoont die blijken uit de verklaringen.
Trefwoorden:ingezetene
testament
vrijwilligers
 
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: NL19.29512


uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen




[eiser]
, geboren op [geboortedag] 1969, ook bekend onder de naam [eiser] , geboren op [geboortedag] 1969, van Iraanse nationaliteit, eiser,
V-nummer: [V-nummer] ,
(gemachtigde: mr. C.M. Suurmeijer -Wawoe),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
(gemachtigde: mr. J.H.M. Post).


Procesverloop
Bij besluit van 2 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) gelezen in samenhang met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder g, van de Vw 2000, en aan eiser een inreisverbod opgelegd voor de duur va twee jaren, gerekend vanaf de datum dat eiser Nederland daadwerkelijk heeft verlaten. Aan eiser is op 15 december 1999 reeds een terugkeerbesluit uitgevaardigd wat nog steeds van kracht is.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Daarnaast heeft eiser de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen (NL19.29513).
Verweerder heeft op 4 februari 2020 een verweerschrift ingediend. In reactie daarop heeft eiser op 6 februari 2020 een pleitnota ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, tegelijk met de voorlopige voorziening, plaatsgevonden op 7 februari 2020. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser heeft eerder, op 12 december 1999, een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag heeft verweerder bij besluit van 15 december 1999 afgewezen. Tegen dit besluit heeft eiser geen rechtsmiddelen aangewend. Het besluit van 15 december 1999 is daarmee in rechte komen vast te staan.
2. Op 16 augustus 2000 heeft eiser een opvolgende asielaanvraag ingediend en die tweede asielaanvraag is bij besluit van 18 augustus 2000 afgewezen als kennelijk ongegrond. Deze tweede asielprocedure is geëindigd bij onherroepelijke uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Den Haag, van 5 september 2000.
3. Bij besluit van 28 januari 2008 is aan eiser geen verblijfsvergunning regulier in het kader van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (Ranov) verstrekt. Bij besluit van 28 november 2008 heeft verweerder het hiertegen ingestelde bezwaar ongegrond verklaard. Het hiertegen door eiser ingestelde beroep is bij uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Utrecht, van 2 december 2009 ongegrond verklaard. Het hiertegen ingestelde hoger beroep is bij uitspraak 23 februari 2010 kennelijk ongegrond verklaard (200910284/1/V1).
4. Eiser heeft op 22 januari 2019 middels het indienen van het formulier M35-O opnieuw asiel aangevraagd. Eiser heeft hieraan ten grondslag gelegd dat hij zich in Nederland heeft bekeerd tot het christendom.
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende (nieuwe) relevante elementen:
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- bekering tot het christendom
6. Eiser heeft ter ondersteuning van zijn huidige aanvraag de volgende documenten overgelegd:
- verklaring [vrijwilligster] , 12 november 2018, vrijwilligster Catharijnehuis (dagopvang dak- en thuislozen);
- verklaring [oud predikant] , 20 november 2018, oud predikant baptisten gemeente SILO Utrecht en emeritus geestelijk verzorger Pieter Baan Centrum;
- verklaring [straatpastores] , 13 november 2018, straatpastoraat (dak- en thuislozen Utrecht);
- verklaring [vrijwilliger] , 13 november 2018, vrijwilliger Catharijnehuis (dagopvang dak- en thuislozen);
- verklaring [pastor] , 22 februari 2019, pastor voor en met ongedocumenteerden Utrecht Diaconie Protestantse gemeente;
- verslag gesprek commissie Plaisier, 11 november 2019;
- persbericht genomineerd ‘mantel van sint maarten’.
7. Verweerder heeft zich hierover op het standpunt gesteld dat dat hij de identiteit, nationaliteit en herkomst reeds in de eerste procedure geloofwaardig heeft geacht. Verweerder acht echter de bekering van eiser tot het christendom ongeloofwaardig. Daartoe overweegt verweerder dat eiser, allereerst en in zijn algemeenheid overwogen, maar liefst negentien jaren lang in Nederland in de illegaliteit heeft verbleven, terwijl hem was medegedeeld dat hij Nederland moest verlaten en dat hij zich gedurende al die jaren evenmin heeft gewend tot een bestuursorgaan om een herhaalde aanvraag in te dienen. Daarbij is van belang dat eiser heeft verklaard dat hij zich sinds 2010 bezig houdt met het christendom en reeds in 2016 gedoopt is. Dit maakt dat het lijkt alsof eiser, tot aan zijn onderhavige, herhaalde, aanvraag, klaarblijkelijk geen belang had bij asielrechtelijke bescherming. Niet valt in te zien wat er in de jaren na de doop van eiser of mogelijk zelfs al sinds zijn eerste kennismaking met het christendom in 2010 veranderd is en waardoor hij zich thans pas in 2019 heeft gemeld middels het doen van een (derde) herhaalde aanvraag.
Ten aanzien van de motieven voor en het proces van bekering stelt verweerder zich – samengevat – op het standpunt dat eiser zijn oprechte beweegredenen om een nieuw geloof aan te nemen niet inzichtelijk heeft gemaakt. Uit de verklaringen van eiser volgt niet dat er sprake is van een persoonlijke betekenisgeving of diepgewortelde innerlijke overtuiging ten aanzien van het christelijke geloof. Verweerder concludeert dan ook dat de verklaringen van eiser omtrent zijn motieven voor en het gestelde proces van bekering ongeloofwaardig worden geacht.
Ten aanzien van eisers kennis van het nieuwe geloof, activiteiten en gedragingen heeft hij verweerder evenmin kunnen overtuigen dat hij oprecht en innerlijk bekeerd christen is. De gestelde bekering van eiser tot het christendom wordt door verweerder niet geloofwaardig geacht.
De door eiser overgelegde stukken maken dit standpunt van verweerder niet anders. De overgelegde verklaringen kunnen weliswaar dienen ter onderbouwing van een gestelde bekering, maar dat neemt niet weg dat eiser in eerste instantie zelf overtuigende verklaringen dient af te leggen ten aanzien van zijn bekering tot het christendom. Iets waar hij volgens verweerder niet in geslaagd is. Daar komt bij dat de overgelegde verklaringen niet op voorhand kunnen worden beschouwd als verklaringen waarvan de inhoud als juist moet worden aanvaard. De verklaringen zeggen immers vooral iets over de activiteiten die eiser ontplooit en bijwoont. Verweerder concludeert dat uit deze activiteiten van eiser nog niet naar voren komt dat hij een oprecht en innerlijk bekeerd christen is. Dat deze personen verklaren dat zij eiser zien als een oprecht christen maakt geen verschil voor verweerder, nu eiser er niet in geslaagd is dit zelf aannemelijk te maken. De overgelegde verklaringen geven dan ook niet meer inzicht in de motieven voor en het proces van bekering en er komen uit de verklaringen dan ook geen nieuwe zaken aan het licht waardoor zijn gestelde bekering tot het christendom alsnog dient te worden gevolgd, aldus verweerder.
Het gespreksverslag van de commissie Plaisier maakt evenmin verschil nu zij een deel van de reeds besproken verklaringen als onderbouwing voor hun verslag hebben gebruikt en dat uit het gesprek met één van de leiden van de commissie Plaisier geen nieuwe inzichten in de motieven voor en het proces van bekering naar voren komen. Daar komt bij dat eiser zelf heeft verklaard dat hetgeen hij tijdens het gehoor opvolgende aanvraag heeft gezegd, hetzelfde is wat hij tegen de commissie Plaisier heeft gezegd.
Ten aanzien van het overgelegde persbericht heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat daar weliswaar uit blijkt dat eiser is genomineerd voor verrichtte goede daden, maar dat uit de nominatie niet blijkt dat eiser oprecht en innerlijk bekeerd is tot het christendom.
8. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit. Op hetgeen hij heeft aangevoerd zal hierna – voor zover van belang – nader worden ingegaan. Eiser heeft in beroep en ter ondersteuning van zijn bekering de volgende aanvullende stukken overgelegd:
- verklaring [medewerker fondswerving en communicatie] , 19 december 2019, medewerker fondswerving en communicatie, voorheen tevens juridisch medewerker Stichting STIL (hulporganisatie voor mensen zonder verblijfsvergunning);
- verklaring [emeritus-predikant] , 12 januari 2020, emeritus-predikant van de Protestantse Kerk in Nederland, voormalig predikant van de Domkerk in Utrecht.
Daarnaast hebben op de zitting van 7 februari 2020 de volgende personen een mondelinge toelichting gegeven:
- [emeritus-predikant] , voornoemd;
- de heer [oud predikant] , voornoemd;
- mevrouw [pastor] , voornoemd;
- de heer [pastor] , straatpastor straatpastoraat (dak- en thuislozen Utrecht).
9. De rechtbank overweegt als volgt.
10. Een bekering wordt volgens de werkinstructie 2019/18 (WI 2019/18) beoordeeld aan de hand van drie pijlers: (i) de motieven voor en het proces van bekering, (ii) de kennis van het nieuwe geloof en (iii) de activiteiten die een persoon onderneemt binnen de nieuwe geloofsovertuiging en het effect van de veranderingen.

De late aanvraag en pijler i: de motieven voor en het proces van bekering

11. Verweerder heeft zich in beginsel niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat niet valt in te zien waarom eiser zo lang heeft gewacht met de onderhavige asielaanvraag. Daarbij is van belang dat eiser heeft verklaard zich sinds 2010 bezig te houden met het christendom, reeds in 2016 gedoopt is en hij zich thans pas in 2019 heeft gemeld middels het doen van een (derde) herhaalde aanvraag. Eiser heeft gesteld dat hij hier ten lande geen moment acuut beschermd diende te worden. Dat eiser in Nederland niet vreest voor zijn leven moge zo zijn maar eiser heeft al 20 jaar de juridische plicht om Nederland te verlaten. Verweerder mag er van uit gaan dat eiser zich daar steeds bewust van is geweest en dat hij ook heeft moeten beseffen dat gedwongen vertrek in de rede lag. De rechtbank beschikt weliswaar niet over informatie dat verweerder op enig moment een uitzettingstraject in gang heeft gezet maar daar heeft eiser nimmer het vertrouwen aan kunnen ontlenen dat terugkeer naar Iran niet aan de orde zou komen. De tegenwerping dat het door niet eerder te proberen om de terugkeerplicht ongedaan te maken door een asielvergunning aan te vragen op voorhand afbreuk doet aan de gestelde vrees om thans terug te moeten keren is juridisch aanvaardbaar. Bij de vraag of dit ook meebrengt dat dit op voorhand afbreuk mag doen aan de geloofwaardigheid van eisers verklaringen dat hij is bekeerd wijst de rechtbank naar de beoordeling van pijler iii.
12. Eiser dient met zijn verklaringen zijn motieven voor en het proces van bekering te concretiseren en te personaliseren. Volgens verweerder is bij eiser niet gebleken van een oprechte, innerlijke en diepgewortelde overtuiging om zich te bekeren tot het christendom. Voor zover eiser heeft aangevoerd dat te wijten is aan een onjuist toetsingskader en het onvoldoende in staat zijn van de hoormedewerker van verweerder om met eiser over het geloof te praten verwerpt de rechtbank deze grond. De vaste gedragslijn ten aanzien van de beoordelingen van gestelde bekeringen is door de hoogste rechter aanvaardbaar geacht. Eiser heeft niet geconcretiseerd wat hieraan niet zou deugen. De rechtbank overweegt verder dat er geen enkele indicatie is dat de hoormedewerker onvoldoende in staat is geweest om eiser te horen. Weliswaar is het verslag van het gehoor niet eenvoudig te lezen maar dat lijkt te zijn ingegeven door de uitvoerige en weinig kernachtige verklaringen van eiser. De rechtbank vindt hiervoor steun in de verklaringen van derden voor zover daarin tot uiting komt dat eiser breedsprakig is. Geenszins blijkt dat de vragen niet volgen uit de vaste gedragslijn zoals uiteengezet in WI2019/18 of dat de vragen niet accuraat zijn. Dat de hoormedewerker op spiritueel niveau onvoldoende bekwaam zou zijn om met eiser te communiceren is op geen enkele wijze onderbouwd of gebleken. De rechtbank stelt dan ook vast dat er geen enkel gebrek kleeft aan de wijze waarop eiser is gehoord en de vragen die zijn gesteld. Dat eiser het niet eens is met het uiteindelijke resultaat van de geloofwaardigheidsbeoordeling door verweerder is derhalve geen aanwijzing dat dit gehoor en verdere procedure niet zorgvuldig zouden zijn geweest.
13. Verweerder heeft tevens een aantal tegenstrijdigheden geduid die net als de tegenwerping van het late indienen van de aanvraag volgens het besluit beide geen losse afwijzingsgronden zijn geweest. De rechtbank overweegt dat anders dat eiser stekt verweerder bij zijn beoordeling rekening mag en kan houden met dergelijke omstandigheden.

Pijler ii: de kennis van het nieuwe geloof

14. Ten aanzien van de tweede pijler heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat het bevreemdend is te achten dat eiser kerkliederen niet kent, niet weet waar belangrijke dingen staan in de bijbel en steeds maar dezelfde verwijzingen maakt, dat hij de vragen over de kerkgang en Bijbelstudie nagenoeg niet kan beantwoorden en dat eiser dan ook heel algemeen en oppervlakkig verklaart over zijn handelen als christen. Daarnaast heeft verweerder het bevreemdend geacht dat eiser zijn doopakte niet in een eerder stadium heeft overgelegd.

Pijler iii: de activiteiten die een persoon onderneemt binnen de nieuwe geloofsovertuiging en het effect van de veranderingen

15. In WI 2019/18 is – onder meer- opgenomen:

(…)


3.4 Activiteiten


Ook de activiteiten die de vreemdeling ten aanzien van zijn nieuwe geloofsovertuiging ontplooit, worden betrokken bij de beoordeling of de bekering geloofwaardig is. Dit element gaat er met name om welk effect de bekering heeft op het dagelijks leven en of dit zichtbaar is in het gedrag.


(…)


4.1.3 Feitelijke informatie van kerkelijke instanties


Aan verklaringen en/of rapporten van kerkelijke instanties waarin op basis van eigen waarnemingen wordt aangegeven welke rol de vreemdeling speelt binnen een (kerkelijke) organisatie en hoe hij hier binnen de gemeenschap uiting aan geeft, zal meer waarde worden toegekend. Het betreft namelijk feitelijke informatie die wordt toegevoegd aan het dossier en die de verklaringen omtrent het element activiteiten ondersteunen, waardoor de IND beter in staat wordt gesteld tot een geloofwaardigheidsbeoordeling te komen.


(…)


In het geval de verklaringen van derden wel nieuwe inzichten bieden op het bestaande dossier of een bevestiging is van hetgeen de vreemdeling heeft verklaard, dient inhoudelijk op de verklaringen van derden ingegaan te worden. Er dient derhalve te worden gemotiveerd waarom deze verklaringen van derden niet opwegen tegen de ongeloofwaardig geachte verklaringen die de vreemdeling ten overstaan van de IND heeft afgelegd. De verklaringen van derden dienen daarbij tegen de verklaringen die de vreemdeling bij de IND heeft afgelegd, te worden afgezet. Daarbij blijft staan dat het primair aan de vreemdeling is om middels zijn verklaringen aannemelijk te maken dat hij is bekeerd en de IND een zelfstandig oordeel vormt ten aanzien van de geloofwaardigheid van de bekering. Tevens geldt dat het een integrale geloofwaardigheidsoordeel blijft en alle aspecten (dus ook verklaringen die bij eerdere aanvragen zijn afgelegd) betrokken kunnen worden.


(…)

16. De rechtbank wijst ter toetsing van de beoordeling door verweerder van pijler iii op de verklaringen zoals die door eiser zijn overgelegd en door derden zijn afgelegd tijdens het onderzoek ter zitting:


[vrijwilligster] :

Datum: maandag, 12 november 2018 09:24
Onderwerp: [eiser]
Geachte Mw. Suurmeijer ,
Deze mail gaat over Dhr. [eiser] , geboren [geboortedag] -1969 te Teheran, Iran.
Hij heeft mij gevraagd een verklaring af te leggen over hem.
Ik heb [eiser] in 2010 leren kennen in het Catharijnehuis, een dagopvang voor dak- en thuislozen.
Ik heb daar 13 jaar als vrijwilligster gewerkt, en n.a.v. gesprekken die ik daar met bezoekers voerde, heb ik een bijbelstudiegroep voor deze mensen opgezet, samen met mijn zus en in samenwerking met het straatpastoraat.
We kwamen wekelijks bij elkaar om samen te eten, zingen, bidden en bijbelstudie te doen. [eiser] bezocht deze ochtenden trouw, hij was er elke dinsdag. Toen er meer farsi-sprekenden kwamen, heeft [eiser] altijd de bijbelstudies, en soms ook een lied, vertaald in het Farsi. Hij nodigde zelf ook vaak mensen uit om mee te komen.
We zijn ook bij zijn doopdienst in de DOM-kerk geweest. In deze dienst is [eiser] in de gemeente gedoopt en getuigde op die manier van zijn geloof in Jezus Christus.
Ik heb hem in al die jaren leren kennen als een vriendelijke, behulpzame man die dankbaar en optimistisch in het leven staat. Hij helpt graag anderen, adviseert, brengt mensen bij elkaar en verwijst naar de juiste instantie. Hij draagt veel mensen een warm hart toe en velen hem. Hij maakt dagelijks schoon in het Catharijnehuis en verdient op die manier wat geld. Ook heeft hij een grote verf-klus in de kerk gedaan waar wij bijbelstudie hielden (Baptistengemeente Silo).
We zijn na 7 jaar gestopt met de bijbelstudiegroep, maar spreken nog met enige regelmaat met [eiser] af, we zien elkaar als broer en zus in het geloof.
Ik ben blij voor hem dat hij heeft besloten om nu ook voor zichzelf een zaak te openen, nadat hij anderen hierin heeft bijgestaan, en hoop op een goede uitkomst voor hem.
Veel wijsheid bij uw werk.
Met vriendelijke groet,

[vrijwilligster]



[oud predikant] :

Utrecht, 20 november 2018
Geachte mevrouw Suurmeijer ,
In overleg met de bestuurlijke raad van baptistengemeente Utrecht Silo, kan ik u het volgende vertellen over [eiser] .
Vóór mijn emeritaat als voorganger van bovengenoemde kerk heb ik betrokkene leren kennen in het kader van het dak- en thuislozen opvangwerk. Als kerk zijn wij vele jaren bekend en verbonden met het werk van het Utrechtse Catharijnehuis, de dagopvang van niet-verslaafde dak- en thuislozen.
Zo gaven wij enkele jaren onderdak aan een bijbelstudie(ontbijt)groep voor daklozen, die op de dinsdagmorgen samen kwam in de Silokerk. Wat we zagen was de opvallende dienstbare houding en grote toewijding van betrokkene die voor deze groep het ontbijt inkocht en klaarzette.
In de afgelopen jaren was betrokkene regelmatig aanwezig bij onze maandelijkse Silo Maatjes maaltijd die we in het kader van onze naam als Kerk met Stip organiseren. KmS is een landelijk netwerk van kerken die de kerkdrempel voor ex-gedetineerden/daklozen lager willen maken en op verschillende manieren individuele nazorg en doorzorg praktisch vorm geven.
Ook in onze zondagse kerkdiensten is betrokkene een regelmatige gast, waarbij hij vaak christenvrienden uit het daklozencircuit meeneemt om hen iets van de welkome sfeer en de geestelijk boodschap op de zondagmorgen te laten meebeleven.
Uit bovenstaande moge blijken dat betrokkene getuigt van een levenshouding die met woord en daad wordt beleefd vanuit een christelijke levensvisie. Die is hem met name vanuit het Utrechtse Straatpastoraat aangereikt. Zijn nieuwe geloofsovertuiging werd publiekelijk gevierd in een doopplechtigheid in de Domkerk op 16 februari 2016. Dit gebeurde onder verantwoordelijkheid van de pastores [pastor] en mevr. [pastor] van het Straatpastoraat. Bij die gelegenheid was ook de Silokerk vertegenwoordigd.
Wij zijn als kerkelijke gemeente dank verschuldigd aan betrokkene omdat hij als vrijwilliger aanbood om onze predikantenkamer te schilderen, waar hij een gerestaureerd plafond zichtbaar heeft gemaakt.
Zijn maandenlange inzet (met op zijn uitdrukkelijke wens alleen een onkostenvergoeding) kwam vanuit zijn christelijke geloof, zoals hij zei, “om iets voor Jezus en het Huis van God" te kunnen doen.
Dit schilderwerk heeft hij ondanks een lichamelijke handicap helemaal voltooid.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de godsdienstige overtuiging en levenswijze van betrokkene voor zover die bij ons in de Silokerk bekend en zichtbaar is.

[oud predikant] [e-mailadres]
(oud-predikant Baptisten gemeente Silo Utrecht / emeritus geestelijk verzorger Pieter Baan Centrum)


[straatpastores] :

Utrecht, 13-11-18
Geachte mevr. Suurmeijer-Waïwoe ,

[eiser] is sinds vele jaren een trouwe bezoeker van onze Inloop voor dak- en thuislozen in de Jacobikerk. De Inloop is elke maandagmorgen.

[eiser] is in de loop van de jaren toegegroeid naar het zich laten dopen. In de gesprekken met hem kwam duidelijk uit dat hij Jezus Christus wil volgen . Een paar jaar geleden zijn we bij de doop van [eiser] in de Domkerk aanwezig geweest. Het was prachtig om te zien en te horen dat hij publiek getuigenis gaf van zijn geloof in Jezus Christus.
Na zijn doop heeft [eiser] in gesprekken regelmatig van zijn geloof getuigd.
Wat daarbij vooral opvalt, is dat hij erop vertrouwt dat God zorgt. "Vandaag heb ik eten en onderdak en mag ik mensen helpen."
Daarbij haalt hij woorden van Jezus uit Mattheüs 6 : 25 en 26 aan: 'Kijk naar de vogels in de lucht; ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt.
Zijn jullie niet meer waard dan zij? Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen?"
Zulk soort uitspraken doet [eiser] regelmatig.

[eiser] is betrokken bij zijn medemensen, hij zet zich vanuit zijn geloof in voor anderen. Daar zijn concrete voorbeelden van te geven.

[eiser] vertelt regelmatig over Bijbelstudies waar hij aan mee doet en over diensten die hij heeft bijgewoond.
In de dagopvang in het Catharijnehuis is hij bijna dagelijks te vinden om te helpen, en mensen door te verwijzen of mee te nemen naar de Inloop in de Jacobikerk, naar de vieringen van het Straatpastoraat in de Domkerk en naar de Tafel van 12, onze maandelijkse maaltijdvieringen. [eiser] is een trouwe bezoeker van onze vieringen in de Domkerk en van de Tafel van 12.
Laatst hoorden we van hem een pracht uitspraak, die hij deed vanuit geloof en vertrouwen:
"Liefde kun je niet in je portemonnaie bewaren."
We hebben deze verklaring opgesteld ook namens de vrijwilligers die bij het Straatpastoraat
betrokken zijn.
Mocht u n.a.v, deze verklaring nog vragen hebben, dan zijn we graag bereid om die te beantwoorden.
Met vriendelijke groet.

[pastor]

straatpastor

[pastor]
straatpastor


[vrijwilliger] :

Goedendag mevrouw Suurrneijer ,
Mijn naam is [vrijwilliger] en ik werk als vrijwilliger bij Het Catharijnehuis.
Daar sprak ik [eiser] over zijn overleg met u als advocaat, hij vroeg mij u een mail te sturen.
Wat daar in moet staan en waarom was mij niet helemaal duidelijk.
Ik meen te begrijpen dat het belangrijk is dat aangetoond kan worden dat hij vrienden heeft in Utrecht?
Daar zal ik wat over vertellen, mocht dat niet de informatie zijn die u nodig heeft, dan hoor ik dat graag.
Ik werk nu 3 jaar als vrijwilliger bij het Catharijnehuis en het contact met [eiser] is vanaf het begin heel fijn.
Wekelijks praten we even bij en delen de dingen die ons bezig houden, we noemen elkaar broer en zus.

[eiser] is een heel integer persoon met een groot hart vol liefde voor God en de medemens.
Ter bevestiging dat ik hem echt ken (moet erbij volgens [eiser] …)

[eiser]


[geboortedag] -1969 Teheran.
Ik hoor het graag als u verder nog iet wilt weten.
Met vriendelijke groet,

[vrijwilliger]



[pastor] :

Utrecht, 22 februari 2019
Geachte heer, mevrouw,
Mijn naam is [pastor] , ik ben pastor voor en met ongedocumenteerden in Utrecht. Zo ben ik ook in contact gekomen met [eiser] . Hij leeft vanuit zijn christelijke geloof, dat was duidelijk vanaf het eerste contact dat wij hadden. Hij belijdt dat actief, met woord daad.
Zo heeft hij helemaal in het begin meegedacht met de vormgeving van Villa Vrede, een ontmoetingsplek voor ongedocumenteerden in Utrecht. Hoewel ik dat toen niet wist, was hij zelf in die tijd dakloos. Toch zette hij zich in. Ook is hij al jaren vrijwilliger bij de dagopvang voor daklozen en doet daar wekelijks trouwe dienst.
Elke zondag is hij in de dienst van de Domkerk te vinden. Mijn onlangs gepensioneerde collega [emeritus-predikant] was zijn pastor.
De laatste keer dat ik [eiser] als toegewijd christen meemaakte was bij de begrafenis van landgenoot oktober 2018. Ik mocht de afscheidsdienst leiden. [eiser] belde mij op en vroeg of hij iets kon betekenen. Ik vertelde hem dat ik nog zocht naar passende muziek. Hij kwam meteen in actie en trommelde leden van een inmiddels niet meer actieve bijbelstudiegroep uit Lunetten op. Bij deze bijbelgroep waren de overledene en hijzelf in het verleden betrokken. Op de begrafenis zong hij met de door hem verzamelde leden van de bijbelstudiegroep het lied “Rohol ghodos”, een christelijk lied in het Farsie. Het werd op dusdanige wijze gezongen dat het niemand onberoerd liet.

[eiser] is een bijzonder mens met een heel moeilijk leven achter de rug. Zijn geloof dat hij ingezetene is in het Koninkrijk van God is hem altijd tot steun geweest. Ik hoop en bid dat deze brief u meer inzicht geeft in [eiser] en zijn leven in Utrecht als christen.
Met de meeste hoogachting.

[pastor]

Pastor voor en met ongedocumenteerden Utrecht Diaconie Protestante Gemeente


[medewerker fondswerving en communicatie] :

Verklaring ten behoeve van de asielprocedure van

[eiser] , geboren [geboortedag] 69 in Iran, V-nr [V-nummer]
Utrecht 19 december 2019,
Geachte advocaat, rechter en IND,
Hierbij wil ik getuigen voor [eiser] , hierna [eiser] genoemd.
Toen ik vorige week met [eiser] koffie dronk om zijn twintigjarig verblijf in Nederland te gedenken, vertelde hij tot mijn grote verbazing dat zijn asielverzoek is afgewezen. Ik ontmoet zeer regelmatig bekeerlingen waarvan ik niet met zekerheid zou kunnen zeggen of ze daadwerkelijk christen zijn, echter bij deze man weet ik het met 200% zekerheid.
Ik ken hem al sinds 2004, toen hij voor het eerst op ons kantoor kwam. Dat is het kantoor van Stichting STIL, we zaten toen nog op een andere locatie. Hij kwam toen -zoals gewoonlijk- met iemand anders die hulp nodig had, zelf vroeg hij al die jaren nauwelijks om hulp, ook in zware tijden waarin hij erge medische klachten had of (vermoedelijk) geen onderdak had. Hij is zeer bescheiden en mogelijk speelt ook enige koppigheid een rol, daar waar het gaat om hulp vragen. Dat is vermoedelijk de reden dat hij mijn eerdere aanbod een verklaring (zoals deze op te stellen, niet aannam, hij wil niemand tot last zijn.
Wel vraagt hij altijd hulp voor andere mensen in nood, vooral christelijke Iraniërs en Afghanen maar ook soms andere (meestal) daklozen. Hij heeft regelmatig voor deze mensen vrijwillig getolkt. Onze organisatie biedt medische, juridische en humanitaire hulp aan mensen zonder verblijfsvergunning.

Hoe weet ik zo zeker dat hij christen is?

Om twee redenen:
Als je hem ontmoet, krijg je zonder twijfel meerdere keren per ontmoeting, allerlei uitspraken te horen die met zijn geloof te maken hebben, bijvoorbeeld dingen die met God en liefde te maken hebben, evenals religieus-filosofische 'wijsheden' en soms verhalen uit de bijbel. Zelfs als hij crepeert van de pijn en ik vermoed dat hij op straat staat zegt hij met een
glimlach dat het goed met hem gaat en maakt dan nog een opmerking dat dit dankzij de liefde van God is.
Daarnaast kan ik me nog heel goed herinneren (niet zozeer de data als wel het feit) dat ik meerdere keren (ik meen drie keer) in mijn leven met hem gesproken heb over zijn kansen op asiel en dat ik gezegd heb dat hij vermoedelijk kans maakt op asiel omdat hij toch (bekeerd) christen is. Hij heeft toen meerdere keren met volle overtuiging (en zo koppig en eigenwijs als hij is) gezegd: Mijn geloof is mijn privé- zaak, ik ga niet met de IND over mijn geloof praten, ik ga mijn geloof niet misbruiken, etcetera. Ik vond dat toen eigenlijk heel mooi en begrijpelijk. Ik vind het zelf ook een privé zaak en het lijkt me vrijwel onmogelijk een sluitend systeem te hanteren van beoordelen of iemand 'echt christen' is. Ik heb wel steeds gezegd: Als dat nou de enige manier is om asiel te krijgen of een verblijfsvergunning, doe het nou maar gewoon. Je hebt toch vele tientallen getuigen? Ik weet zeker dat er heel veel mensen in Utrecht kunnen getuigen dat hij christen is.
Ik werk zelf al 23 jaar bij Stichting STIL op verschillende posities.
Ik lees hier in ons logboek (waarin hulpacties genoteerd worden) dat een vrijwilliger van STIL in november 2015 een gesprek heeft waarbij [eiser] aangeeft niet met de IND over zijn geloof te willen praten.
Een notitie van diezelfde vrijwilliger die een stage bij ons liep voor zijn opleiding geestelijke verzorger, december 2015:
3e gesprek met [eiser] . Gesproken over het christelijke geloof, en zijn morele houding die hij hieraan ontleent. Hij wil graag de ander helpen, iedereen is welkom. Zelf wil hij geen hulp vragen, maar als het nodig is, heeft hij mensen om zich heen om om hulp te vragen. [eiser] wil niet alleen het christelijke geloof theoretisch interpreteren en begrijpen, maar ook toepassen in handelingen. Dat is voor hem belangrijk. Hij wil actief zijn en zoveel mogelijk op vragen van anderen in spelen. Tijd om over zichzelf na te denken is er niet.
Januari 2017 schrijft een juridische collega in het logboek:
Meneer is Iraans en is bekeerd tot christendom. Wil echter geen verblijfsvergunning aanvragen op basis van dat feit. Wil wachten op generaal pardon. Ik heb uitgelegd dat dat waarschijnlijk niet gaat gebeuren, maar dat dit zijn eigen keuze is. Er lijkt dus weinig te begeleiden op dit moment.
Pas in 2018 besluit hij toch asiel te gaan vragen. Hij heeft daarover een gesprek gehad met weer een andere juridische collega die met hem mee ging naar een advocaat. Ikzelf heb een fonds benaderd voor de advocaatkosten.
Als nodig kan ik dit alles onder ede voor de rechtbank verklaren of bevestigen.
Hoogachtend,

[medewerker fondswerving en communicatie]
STIL-medewerker fondswerving en communicatie, voorheen tevens juridisch medewerker en ook enige tijd coördinator.
Geboortenaam: [medewerker fondswerving en communicatie] ,
Geboren 26-2-'68 te Rotterdam,


[emeritus-predikant] :


Betreft de bekering en doop van [eiser] , geboren [geboortedag] -1969 in Teheran, Iran

Geachte heer/mevrouw of belanghebbende, Utrecht, 12 januari 2020
Mijn naam is ds. [emeritus-predikant] , sinds 27 januari 2019 emeritus - predikant van de
Protestantse Kerk in Nederland.
Van november 2006 tot en met januari 2019 was ik predikant van de Domkerk in Utrecht.
In die hoedanigheid heb ik op zondag in de eredienst van 15 januari 2017 in de Domkerk in Utrecht in het midden van de gemeente van de Domkerk [eiser] gedoopt.

Vraag om gedoopt te worden in de herfst van 2013

Graag vertel ik u iets van het proces dat geleid heeft tot zijn doop.
In de herfst van 2013 leerde ik [eiser] kennen.
Na een ochtenddienst in de Domkerk kwam hij naar me toe, sprak me aan en zei: "Ik wil graag gedoopt worden, wat moet ik daarvoor doen?" Ik zei tegen hem: "Begin maar met deel te nemen aan de erediensten in de Domkerk, kijk maar hoe je de diensten hier ervaart en of je het van harte kunt meebeleven en beamen".

Profiel van de gemeente van de Domkerk

De Domkerk is de protestantse 'hoofdkerk' van Utrecht. De Domkerk is een open, gastvrije, oecumenische gemeente, met grote aandacht voor liturgie en kerkmuziek (met professionele musici) die zondag aan zondag de opstanding van Christus viert, en dagelijks ruimte maakt voor de omgang met God, de omgang met gasten, en met elkaar in de gemeenschap, en zich inzet voor gerechtigheid.
Elke eredienst is een dienst van Schrift en Tafel ( Bijbel en Avondmaal).
Elke eredienst is er een orde van dienst op papier waarin alles uitgeschreven staat.
De gemeente van de Domkerk gaat uit van het beginsel: De Kerk is wat ze viert.

Vereisten om gedoopt te worden in de Domkerk

Om gedoopt te kunnen worden, moet de doopkandidaat daarom:

Instemmen met de lofzegging en de gebeden, en de liturgie van de eredienst van harte meevieren, meezingen, meebidden en meebeleven.

* Dat wil zeggen dat de doopkandidaat de vaste gezongen onderdelen van het ordinarium ( de misgezangen) samen met allen moet willen meezingen, in afwisseling met de cantorij:
kyrië en gloria, credo. Onze Vader, sanctus, benedictus, agnus dei.
* De doopkandidaat moet verder de Bijbellezingen ( uit Oude Testament, Apostolische Brieven en
Evangeliën ) willen horen en beamen.
* De gebeden van harte meebidden
* En deelnemen aan het Avondmaal ( eucharistie ).

2. Getuigenis afleggen van een leven als christen.



3. In het openbaar belijdenis doen van zijn geloof.
Een volwassene kan slechts gedoopt worden op belijdenis; daarom moet de doopkandidaat in dezelfde dienst vóór hij gedoopt wordt, belijdenis doen van zijn geloof.
In de dienst van doop en belijdenis moet de kandidaat de duivel afzweren, zich afwenden van alle kwaad en zich toewenden naar Christus, (de samenvatting van) de geloofsbelijdenis (credo) beamen, de gelofte afleggen om voortaan Jezus te volgen, de gemeente van Christus mee op te bouwen, en goede werken van christelijke naastenliefde te doen.


Vervolg in de herfst van 2016

Nadat [eiser] in de herfst van 2013 mij gevraagd had om gedoopt te worden, is hij drie jaar lang elke zondagmorgen in de eredienst in de Domkerk geweest. Op een zondag in de herfst van 2016 kwam hij na de zondagmorgendienst opnieuw naar me toe en zei: "Ik denk dat ik nu zover ben, ik ben er naar toe gegroeid, mag ik gedoopt worden"?



[eiser] voldoet aan de vereisten om gedoopt te worden in de Domkerk.


In vier gesprekken met [eiser] heb ik mij vervolgens overtuigd dat hij voldoet aan de eisen om gedoopt te worden, omdat:


1. Hij instemt met de lofzegging en de gebeden en de liturgie van de eredienst in de Domkerk van harte meeviert, meezingt, meebidt en meebeleeft. Hij gelooft in Jezus Christus, in wie God mens geworden is. In tegenstelling tot de Islam belijdt het christelijk geloof dat Jezus Christus, Gods Zoon, geleden heeft en aan het kruis gestorven is voor onze zonden, opgestaan is uit de dood, en duivel en dood overwonnen heeft. [eiser] beaamt en belijdt dit geloof. Vergeving van zonden, genade, liefde en een nieuw leven, zijn voor [eiser] kernwoorden, die hem rust en vrede geven, moed en kracht.

2. Hij de christelijke levenswandel bewandelt.
Hij is in 2009 in contact gekomen met het christelijk geloof door de International Christian Fellowship. De ICF bestaat uit en richt zich op mensen die afkomstig zijn uit landen die onder het islamitisch cultuurgebied vallen, met kerkdiensten in het Nederlands, Engels, Farsi en Arabisch.
De ICF is een open gemeenschap die God als Vader en Jezus als Verlosser wil kennen, dienen en bekendmaken. Jezus is voor ons gestorven om al onze zonden op zich te nemen, ons een nieuwe identiteit als kind van God te geven, en een eeuwig leven in Hem.

-Sindsdien bezoekt hij wekelijks de zondagse erediensten,
tot de herfst 2013 die van de ICF, en vanaf 2013 de zondagse kerkdiensten in de Domkerk, omdat hij graag in een 'echt kerkgebouw zoals de Domkerk' gedoopt wil worden.
-Sinds 2009 bezoekt hij wekelijks een Bijbelkring waarin aan de orde komen: Kennismaking met het christelijk geloof. Wegwijs in de Bijbel, Wie was Jezus eigenlijk, het Gebed en Christelijke Feestdagen
-Doet hij wekelijks mee aan een christelijke eetgroep met liturgieviering.
-Heeft hij geregeld een gesprek met de straatpastor voor dak- en thuisloze mensen in Utrecht.
-Is hij een trouwe bezoeker van de middagdienstendiensten voor dak-en thuislozen van het
Straatpastoraat, die 5 x per jaar gehouden worden in de Domkerk, en van de Tafel van 12,
de maandelijkse maaltijdvieringen met liturgisch moment van het Straatpastoraat.
- Leeft hij eerzaam en verricht alle goede werken:
In de Dagopvang voor dak- en thuislozen in Utrecht waar hij bijna dagelijks te vinden is, praktiseert hij de christelijke liefde zoals Jezus Christus ons die heeft voorgehouden: hij bemoedigt mensen die in de put zitten en het leven niet meer zien zitten; hij neemt hen mee naar de bijbelkring en naar de kerk; hij verwijst hen naar de inloop in de Jacobikerk in Utrecht, de diensten van het Straatpastoraat en naar de maandelijkse maaltijdvieringen.

3. Hij belijdenis kan doen van zijn geloof, omdat hij zich afwendt van alle kwaad en zich toewendt naar Christus, (de samenvatting van) de geloofsbelijdenis ( credo ) beaamt, de gelofte wil afleggen om Jezus te volgen, de gemeente van Christus mee op te bouwen, en goede werken van christelijke naastenliefde te doen.


Aankondiging van de doop aan de gemeente in de Domkerk

In de kerstnachtdienst 2016 in de Domkerk heb ik in de preek aangekondigd dat [eiser] gedoopt zal worden op zondag 15 januari 2017, de dag dat wij de doop van onze Heer Jezus Christus gedenken. En iedereen uitgenodigd daarbij aanwezig te zijn.


De doop van [eiser] op zondag 15 januari 2017 in de Domkerk

Zoals gevraagd wordt voor de doop, is [eiser] geheel in witte kleding gekomen, als teken van zijn nieuwe leven in Christus. Alle gemeenteleden en gasten (rond de 250 mensen ) verzamelen zich rond de doopvont.


Orde van dienst van belijdenis en doop


Presentatie

Door de ouderling van dienst wordt [eiser] gepresenteerd aan de gemeente:
Hier in Gods huis is [eiser]

Ik, als voorganger, vraag hem : Wat verlangt u?


[eiser] : Dat ik gedoopt word.

Ik, als voorganger, vraag hem: Met welke naam wilt u gedoopt worden?


[eiser] : [eiser]

Ik, als voorganger, zeg:
[eiser]
Moge deze naam voorgoed geschreven staan
in het boek des levens,
in de palm van Gods hand.

Door de kinderen in de kerk wordt water in de doopvont gegoten.
Ik leg de kinderen de betekenis van de doop uit.
De kinderen blazen in het water, zodat het levend, stromend water wordt.
We zingen een lied over de doop.


Belijdenis van afwending en toewending van de dopeling


Ik, als voorganger, vraag hem:

[eiser] , wilt u zich afwenden van alle kwaad,
van alles wat Gods wil weerstaat?
En wilt u zich toewenden naar Christus
en naar zijn Rijk dat Komt?

[eiser] : Ja, dat wil ik

Ik, als voorganger, vraag hem:

[eiser] , Gelooft u in God, de Vader,
onze Schepper en Verlosser?
Gelooft u in Jezus Christus, zijn Zoon,
onze gekruisigde en opgestane Heer?
Gelooft u in de heilige Geest,
die ons leven vernieuwt?
(Dit is een samenvatting van het Credo, de Geloofsbelijdenis)

[eiser] : Ja, dat geloof ik


Doop en handoplegging

Hierna knielt [eiser] en wordt door mij gedoopt met de woorden:
Ik doop u in de Naam van de Vader
en de Zoon en de heilige Geest.
Hierna maak ik een kruisteken op zijn voorhoofd met de woorden:
Je bent een kind van God,
getekend met het kruis van Christus.

Ik hang hem hierna het kruis om, dat hij in de tijd dat hij bij het ICF kerkte, gekregen heeft, en altijd bewaard heeft, maar nooit gedragen heeft.
Nu hij gedoopt is, voelt hij zich gerechtigd om het te gaan dragen.

Ik spreek een zegen over [eiser] uit:
Heer,
Zegen zijn mond, dat hij leert lachen en de taal spreken van de mensen;
Zegen zijn oren dat zij Uw stem zullen horen;
Zegen zijn ogen dat zij zullen zien wie in nood is;
Zegen zijn handen dat zij zullen helpen en helen;
Zegen zijn voeten, dat zij de weg van de vrede gaan.
Laat hij zo ervaren dat alles goed is wat Gij gemaakt hebt.

Hierna overhandigt de diaken van dienst hem de doopkaars met de woorden:

[eiser] , ontvang het licht van Christus.


Gelofte

Hierna wordt hem gevraagd de volgende gelofte af te leggen:


[eiser] ,
U bent gedoopt
om voortaan Jezus te volgen
en met heel de kerk te belijden
dat hij de weg is, de waarheid en het leven.
Wilt U dan uw aandeel hebben
in de gemeenschap die samengeroepen is
rond de Schriften en de Tafel
met lofzang en gebed
en wilt u zich ontfermen
over elke levende ziel die God tot u zal zenden?


[eiser] , wat is daarop uw antwoord?


[eiser] : Ja

Nadat [eiser] 'ja' gezegd heeft, wordt hij door de gemeente verwelkomd met de woorden:

Welkom, kind van God
welkom in de kerk van Christus,
wereldwijd en in ons midden.


Foto's

Van de doop van [eiser] zijn foto's gemaakt.
Ik doe u hierbij ook een aantal foto's toekomen.
Tezamen met [eiser] is in dezelfde dienst ook een baby gedoopt en een klein jongetje.


Na de doop van [eiser]

We zijn nu drie jaar verder, het is drie jaar geleden dat [eiser] gedoopt is.
En nog steeds is hij elke zondag in de eredienst in de Domkerk, en beleeft, zingt, bidt en viert de liturgie mee. Geen trouwere kerkganger dan [eiser] . In de Domkerk heeft hij zijn eigen vaste plek. Het contact met God, de viering van het kruis en de opstanding van Christus, geeft hem rust en kracht en moed om de week weer aan te kunnen en te leven als christen uit liefde.

In 2019 is [eiser] genomineerd voor de prijs 'De mantel van Sint Maarten'.
Sint Maarten is de schutspatroon van de Domkerk en van de Stad Utrecht, 11 november is zijn gedenkdag. Al 15 jaar lang wordt op deze dag de solidariteitsprijs 'de Mantel van Sint Maarten' uitgereikt voor Utrechtse vrijwilligersprojecten. De genomineerden zetten zich op een inspirerende, eigenzinnige en vernieuwende wijze in voor de doelgroep. In 2019 stond de Mantel van Sint Maarten in het teken van dak- en thuisloosheid. De Mantel van Sint Maarten is een initiatief van de Protestantse Diakonie Utrecht, het Citypastoraat Domkerk en andere protestantse en katholieke kerken in Utrecht. [eiser] was een van de genomineerden van dit jaar, 'als ervaringsdeskundige die zich met raad en daad te allen tijd inzet voor dak- en thuislozen'. De prijs werd uitgereikt door Maarten van Ooijen, wethouder van Utrecht.


Slotwoord

Op grond van zijn geloof, kennis en gedrag, in de volle overtuiging dat [eiser] oprecht bekeerd is, heb ik hem, met instemming van en in aanwezigheid van de kerkeraad van de Domkerk, en in aanwezigheid van 250 gemeenteleden, in de eredienst van zondagmorgen 15 januari 2017 gedoopt.


[emeritus-predikant]
Emeritus predikant Domkerk Utrecht



[emeritus-predikant] –verklaring afgelegd ter zitting:

Ds. De Jong: Wat is getoetst heeft u kunnen lezen. We zijn nu drie jaar verder en nog steeds is eiser elke zondag bij de dienst aanwezig. Er is geen trouwere kerkganger dan eiser. Hij heeft zelfs een vaste plek. De vraag over geloof is een heel erg intieme vraag. Men praat makkelijker over seks dan over het geloof. Daar heb je een veilige omgeving voor nodig en ook iemand die je volledig vertrouwt. Eiser is ook niet iemand die standaard antwoorden geeft. Maar iemand die geloofsoren of bijbeloren heeft hoort in al zijn zinnen geloofstaal, Bijbeltaal. Ik hoor Paulus in zijn uitlatingen. Ik citeer u enkele zinnen die eiser aan mij vertelt. Op die manier draagt hij zijn geloof uit. Eiser heeft een relatie met Christus. Hij gelooft niet alleen in Christus. We zijn hier bij de zitting met verschillende kerken aanwezig. Eiser is een man van de oecumene. Wij zijn hier omdat als één lid van de gemeente lijdt, alle leden lijden. Daarom zijn wij hier. Ik hoop dat u dat meeneemt in uw oordeel.



[oud predikant] –verklaring afgelegd ter zitting:

Meneer Noordhoek: Ik ben erg onder de indruk van uw dossierkennis. Ook de wijze waarop eiser in het leven staat. Ik zal mij proberen te beperken. Ik ben er vaak bij betrokken geweest of iemand gelovig was of niet. Toen ik werkzaam was in P.I.’s. Het probleem is dat het hele gevangenispastoraat viel of stond met vertrouwelijkheid. Ik heb van eiser begrepen dat er op de dag van het gehoor geen sprake was van vertrouwelijkheid. Hij is inderdaad heel koppig en eigenwijs. Maar dat komt omdat hij er zelf van overtuigd is en bewezen heeft dat zijn verblijf hier gerechtvaardigd is. Hij heeft eerst een proces doorgemaakt waarvan hij vond dat hij dat moest bewijzen voordat hij gedoopt mocht worden. Ik hoop daarnaast dat u wel veel rekening houdt met de verklaringen van theologen hier aanwezig.



[pastor] – verklaring afgelegd ter zitting:

Mevrouw [pastor] : Ik citeer u een tekst uit Mattheus. “Wanneer de Mensenzoon komt (...) zullen alle volken vóór hem worden samengebracht, en hij zal de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt. De schapen zal hij aan zijn rechterhand zetten, maar de bokken aan zijn linkerhand’ (Mattheüs 25:31-33).”.

Zolang ik eiser ken kijkt hij naar mensen om. Daar herken ik eiser dan ook in.




[pastor] –verklaring afgelegd ter zitting:


[pastor] : Ik wil verder gaan op wat mevrouw [pastor] net uit Mattheus heeft voorgelezen. Niet iedereen kan herkennen wanneer iemand oprecht gelovig is. Maar Jezus herkent dat. Dat volgt uit dat vers. Ik wil dan ook een pleitbezorger zijn voor zijn geloof en wat eiser daar mee doet. Ik herken Jezus in het gedrag van eiser. Nederig en zachtmoedig.

17. De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van derden in de onderhavige procedure betrekking hebben op de gedragingen van eiser gedurende een exceptioneel lange periode die in sommige gevallen meerdere jaren bedraagt. Deze verklaringen zijn niet beperkt tot een alternatieve geloofwaardigheidsbeoordeling, maar zijn een weergave van hoe eiser zich beweegt in en vanuit een kerkelijke gemeenschap. Niet alleen wordt beschreven wat eiser feitelijk doet en waar hij dat doet, maar ook wordt duidelijk dat eiser veelvuldig tegen deze derden spreekt over wat het geloof voor hem betekent, welke rol zijn geloof in zijn leven speelt en hoe hij zich als bekeerde gelovige wil gedragen. Eiser spreekt blijkens deze verklaringen ook over zijn innerlijke motieven om gelovig te willen zijn. Tevens blijkt zeer gedetailleerd welk langdurig proces, zowel innerlijk als in de geloofsgemeenschap, van bekering eiser heeft doorlopen. Deze derden hebben ook verklaard dat eiser zijn kennis over het geloof met grote regelmaat deelt en dus expliciet uit. Verweerder mag verwachten dat eiser ten overstaan van hem praat over zijn proces van bekering, zijn motieven hiervoor en zijn kennis over zijn nieuwe geloof. Deze verklaringen van derden verschaffen echter nieuwe inzichten in die zin dat eiser wel degelijk kan verklaren over zijn innerlijke motieven, zijn proces en zijn kennis, maar dat hij wellicht heeft nagelaten om dat in zijn gehoren te doen.

18. Verweerder heeft de aard en inhoud van de vele verklaringen van derden over eiser die betrekking hebben op een zeer lange periode in zijn besluit, verweerschrift en toelichting ter zitting onvoldoende onderkend en daarmee onvoldoende gewogen. Weliswaar is het toetsingskader volgens vaste jurisprudentie een gedegen wijze van het beoordelen van een gestelde bekering en mag van de vreemdeling worden verwacht dat hij zelf zijn relaas aannemelijk maakt. Echter, in de onderhavige zaak duiden de verklaringen van derden er op dat eiser zijn relaas aannemelijk heeft gemaakt ten aanzien van die derden en zal verweerder nader moeten motiveren hoe zwaarwegend hij het acht dat eiser er kennelijk voor heeft gekozen om zijn geloofsleven, zijn motieven voor zijn geloof en bekering vooral uitvoerig met derden te delen. De rechtbank betrekt hierbij dat verweerder ter zitting -desgevraagd- heeft aangegeven dat duidelijk is dat eiser en alle genoemde derden eiser als bekeerd en gelovig Christen beschouwen en dat eiser veelvuldig en structureel gedragingen vertoont die naar uiterlijke vertoning lijken op religieuze rituelen en deelname aan een geloofsleven. Verweerder heeft daarbij, op vragen van de rechtbank of verweerder aannemelijk en mogelijk acht dat eiser gedurende vele jaren al deze derden in strijd met de waarheid heeft voorgehouden dat hij Christen is en zich heeft voorgedaan als ware hij bekeerd, aangegeven aan te willen nemen dat eiser zichzelf als een oprecht en innerlijk bekeerd christen beschouwt en degenen die over eiser ten behoeve van deze procedure een verklaring hebben afgelegd dat ook doen. Verweerder heeft tevens de inhoud van de verklaringen in het geheel niet weersproken en aangegeven dat hij aanneemt dat eiser alle feitelijke gedragingen vertoont die blijken uit de verklaringen. Dit betekent dat het besluit zal worden vernietigd omdat verweerder gelet op hetgeen ten aanzien van verklaringen van derden en de weging daarvan in WI2019/18 is vermeld nader zal moeten motiveren welk gewicht toekomt aan de verklaringen zoals die zich in het dossier bevinden en zoals die ter zitting zijn afgelegd.

19. De rechtbank acht het niet opportuun om de andere beroepsgronden nu te bespreken omdat verweerder eerst zal moeten beslissen of een hernieuwde weging van de zogenaamde drie pijlers bij deze stand van zaken leidt tot een andere geloofwaardigheidsbeoordeling.

20. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank zal geen termijn bepalen voor het nemen van een nieuw besluit.

21. De rechtbank ziet in het voorgaande aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten die eiser redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand worden begroot op € 1.050,00 (1 punt voor het indienen van beroep, 1 punt voor de behandeling ter zitting, à € 525,00 per punt en wegingsfactor 1).




Beslissing


De rechtbank:


verklaart het beroep gegrond;


vernietigt het bestreden besluit;


draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op de aanvraag met inachtneming van deze uitspraak;


veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van


€ 1.050,00.


Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. S. van Lokven, rechter, in aanwezigheid van
mr. B. van der Bruggen, griffier.



Deze uitspraak is in het openbaar geschied en bekendgemaakt op: 20 februari 2020



Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.
Link naar deze uitspraak