|
|
ECLI:NL:RBOBR:2025:2448 | | | Datum uitspraak | : | 17-04-2025 | Datum gepubliceerd | : | 02-05-2025 | Instantie | : | Rechtbank Oost-Brabant | Zaaknummers | : | 11626519 CV EXPL 25-240 | Rechtsgebied | : | Civiel recht | Indicatie | : | De ondernemingsraad wil overleg kunnen voeren met haar achterban en de betrokken vakbonden om zodoende een weloverwogen advies te geven op een voorgenomen besluit van de ondernemer. Na een belangenafweging wordt de opgelegde geheimhouding wordt niet geschorst. | Trefwoorden | : | san | | Uitspraak | RECHTBANK
OOST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Eindhoven
Zaaknummer: 11626519 \ CV EXPL 25-2408
Vonnis in kort geding van 17 april 2025
in de zaak van
ONDERNEMINGSRAAD HERMES GROEP NV,
te Eindhoven,
eisende partij,
hierna te noemen: ondernemingsraad,
gemachtigde: mr. R. van der Stege,
tegen
HERMES GROEP N.V.,
te Eindhoven,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Hermes,
gemachtigde: mr. Y.H. Dissel.
1De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het vonnis van 10 april 2025 met de daarin genoemde stukken.
1.2.
Bepaald is dat op 10 april 2025 uitspraak werd gedaan. Dit is vanwege de spoedeisendheid van de zaak gedaan in de vorm van een kop-staartvonnis. Dit vonnis betreft de uitwerking van de overwegingen waar die uitspraak van 10 april 2025 op is gebaseerd.
2De feiten
2.1.
Hermes Openbaar Vervoer B.V. is concessiehouder van het openbaar vervoer in onder andere de regio Arnhem/Nijmegen/Foodvalley (hierna: ANF). Deze concessie eindigt op 27 juni 2026.
2.2.
De ruim 1.000 werknemers die ingezet worden om het openbaar vervoer voor de concessie ANF te verzorgen, zijn in dient bij Hermes. De bepalingen uit de cao Openbaar Vervoer en bedrijfseigen regelingen zijn van toepassing op de arbeidsrelatie tussen partijen.
2.3.
Hermes, Hermes Openbaar Vervoer B.V., Transdev Nederland Mobility Services N.V., Connexxion Openbaar Vervoer B.V. en Connexxion Nederland B.V., maken allemaal onderdeel uit van het Transdev-concern.
2.4.
In de nieuwsflits van de ondernemingsraad van 22 april 2024 gericht aan het personeel staat onder andere:
‘Concessie SAN/ANF,
Nadat de eigenlijke SAN concessie in 2022 afgelopen zou zijn, is er toch nog een noodconcessie afgesloten tussen Hermes en de provincie Gelderland die tot juli 2026 zal duren.
Dat betekent dus dat er per juli 2026 drie mogelijkheden zullen zijn.
Of Hermes zal de concessie blijven verzorgen,
Of Transdev Nederland met een andere entiteit (ander bedrijf van Transdev) in zal schrijven,
Of dat een bestaande concurrent ( Arriva, Keolis, EBS Qbuzz ) of zelfs een nieuw OV bedrijf de concessie ANF zal winnen.
De huidige SAN concessie plus Veluwe Zuid zal in de toekomst Arnhem Nijmegen Foodvalley ANF gaan heten.
Hoe het ook gaat lopen er komt dus voor het personeel van de SAN concessie de nodige onzekerheid aan.
Wat de OR Hermes betreft is het voor het zittende personeel het beste als Hermes gewoon de concessie blijft verzorgen. Mocht Transdev er voor kiezen met een andere entiteit in te schrijven lijkt dat ons nog te verkiezen boven het overgaan naar een geheel ander OV bedrijf dan Transdev/Hermes.
Maar in alle gevallen zullen wij als OR onze uiterste inspanning leveren om de belangen van het zittende personeel in het SAN en Veluwe Zuid zo goed mogelijk te behartigen. Wij hebben met de directie af kunnen spreken dat wij inzicht krijgen in en betrokkenheid krijgen bij de arbeidsvoorwaarden en de bedrijfsregelingen die bij de Provincie aangemeld zullen worden en waar dus ook alle concurrenten mee te werken hebben. Wij zullen jullie hierbij steeds goed betrokken houden.’
2.5.
In de nieuwsflits van de ondernemingsraad van 1 november 2024 gericht aan het personeel staat onder andere:
‘Concessie ANF aanbesteding
Zoals we al vaker gemeld hebben in onze nieuwsbrief zullen de concessies SAN en Veluwe Zuid in één nieuwe concessie Arnhem Nijmegen Foodvalley aanbesteed worden.
Als OR Hermes is aan ons het adviesrecht op de offerte toegezegd. Wij hebben daartoe een werkgroep gekozen die de totstandkoming van de offerte kritisch gaat volgen. Vanuit de directie is toegezegd dat deze werkgroep volledig geïnformeerd en betrokken zal gaan worden.
Uiteraard gaat dit alleen over de offerte die namens Transdev NL, het moederbedrijf van Hermes, ingediend gaat worden.
Als de concessie niet door (een van de bedrijven van) Transdev NL gewonnen wordt hebben wij ook geen inbreng op de offerte van dat winnende bedrijf.
Dan zullen wij jullie belangen pas na de gunnen (medio 2025) kunnen gaan behartigen.
Voor nu staat vast dat de nieuwe concessie ANF juli 2026 in zal gaan.’
2.6.
Bij brief van 14 maart 2025 heeft Hermes Openbaar Vervoer B.V., voor zover vereist, de ondernemingsraad verzocht advies uit te brengen over het voorgenomen besluit om voor de tender ANF niet in te schrijven met Hermes Openbaar Vervoer B.V. maar met Transdev Nederland Mobility Services N.V. Tevens staat in de brief vermeld:
‘Gezien het feit dat inschrijven op een aanbesteding zeer concurrentiegevoelig is en wij ook intern, zeker buiten het tenderteam, zo min mogelijk informatie willen delen wijzen wij u nog eens expliciet op de geheimhouding op grond van artikel 20 WOR.’
2.7.
Tijdens het informele overleg van 19 maart 2025 is de ondernemingsraad door Hermes medegedeeld dat het de bedoeling is dat het personeel in dienst komt bij Connexxion Openbaar Vervoer B.V. wanneer Transdev Nederland Mobility Services N.V. de nieuwe concessiehouder wordt.
2.8.
In de brief van Hermes Openbaar Vervoer B.V. van 24 maart 2025 gericht aan de ondernemingsraad staat onder andere:
‘Naar aanleiding van uw brief d.d. 20 maart a.s. zenden wij u hierbij de antwoorden op uw vragen. In de overlegvergadering van 26 maart a.s. kunnen de vragen, indien nodig, nog verder worden toegelicht.
(…)
Vraag 19
Waarom zit er geheimhouding op deze aanvraag, die enkel gaat over het niet inschrijven door Hermes? (…)
Antwoord
Zoals gebruikelijk rust op de informatie die met de OR wordt gedeeld geheimhouding op grond van artikel 20 WOR, ter bescherming van het bedrijfsbelang. In het geval van een (mogelijke) concessie, zoals in deze situatie, is geheimhouding van extra belang vanwege de concurrentiegevoelige aard van de adviesaanvraag. Hoewel deze aanvraag specifiek betrekking heeft op de niet-inschrijving door Hermes, reikt de impact verder. Het voortijdig bekendmaken van een besluit om wel of niet in te schrijven kan namelijk impliciet inzicht geven in de strategische positie van Transdev ten opzichte van andere inschrijvers. Dit kan ongewenste gevolgen hebben die we willen voorkomen (zoals het risico op coördinatie tussen concurrenten, verstoring van het biedproces, een marktverstorend effect).
(…)
Vraag 20
Wanneer wordt de geheimhouding opgeheven, zodat de OR de achterban kan raadplegen?
Antwoord
De geheimhouding wordt opgeheven na het inleveren van de bieding, net zoals bijvoorbeeld bij de concessies Zeeland en het treingedeelte ANF waar wij niet op ingeschreven hebben. Wij realiseren ons dat dit betekent dat de achterban niet vóór het te nemen besluit geraadpleegd kan worden over het voorgenomen besluit om niet met Hermes in te schrijven. We begrijpen tevens dat de geheimhoudingsverplichting de OR in de periode direct voorafgaand aan het geven van advies niet mag belemmeren in het raadplegen van de achterban over zaken die voor hen van wezenlijk belang zijn.
Desondanks achten wij het in deze situatie noodzakelijk om de geheimhouding tot het moment van inschrijving (vooralsnog gesteld op 16 april) te handhaven, zoals ook toegelicht in het antwoord op vraag 19. Wij vinden het belang van de organisatie in dit geval zwaarder wegen, mede gezien de geringe kans op nadelige gevolgen voor het personeel van Hermes. Immers, of Hermes nu wel of niet inschrijft, of TNMS schrijft wel of niet in, de personele gevolgen blijven beperkt doordat de WP2000 bepaalt dat het personeel van rechtswege overgaat naar de nieuwe concessiehouder, met behoud van hun arbeidsvoorwaarden op grond van artikel 38 WP 2000, zoals ook toegelicht in de adviesaanvraag.’
2.9.
Bij brief van 27 maart 2025 heeft de gemachtigde van de ondernemingsraad aan Hermes Openbaar Vervoer B.V. verzocht om met onmiddellijke ingang van de opgelegde geheimhouding af te zien, zodat overleg met de achterban en de betrokken vakbonden (voorafgaande aan het zogeheten artikel 40-overleg zoals dit op basis van de WP2000 na de gunning zal moeten worden vorm gegeven) kan plaatsvinden.
2.10.
Bij brief van 31 maart 2025 heeft de jurist van Transdev onder andere aan de ondernemingsraad geschreven:
‘Wij zouden er onder voorwaarden mee in kunnen stemmen dat de achterban geraadpleegd wordt, mits de bedrijfsbelangen voldoende beschermd blijven. Wat ons betreft kan de medewerkers gevraagd worden naar input bij elk van de drie opties zoals genoemd in de nieuwsbrief van 22 april 2024 (1. Of Hermes Openbaar Vervoer B.V. zal de concessie blijven verzorgen, 2. Of Transdev Nederland met een andere entiteit (ander bedrijf binnen het Transdev concern) zal inschrijven, 3. Of dat een bestaande concurrent (Arriva, Keolis, EBS, Qbuzz) of zelfs een nieuw OV bedrijf de concessie ANG zal winnen), zonder daarbij richting de achterban melding te maken van ons voornemen om niet met Hermes Openbaar Vervoer B.V. in te schrijven. Op deze manier kan de OR bij zijn advies toch rekening houden met hetgeen de medewerkers belangrijk vinden bij het niet inschrijven met Hermes Openbaar Vervoer B.V.
Informeren vakbonden
In het kader van de inschrijving op een aanbesteding en het voortraject waarin we ons nu bevinden is er geen rol weggelegd voor de vakbonden. Zij komen pas in beeld een maand na gunning van de concessie, op grond van artikel 40 WP 2000, waarin het overleg tussen de nieuwe vervoerder, de oude vervoerder en de vakbonden is geregeld. In het zogenaamde ‘artikel 40-overleg’ heeft het medezeggenschapsorgaan als zodanig geen rol. Wij zien dan ook niet in waarom de vakbond(en) nu geraadpleegd moeten worden en staat dat ook niet toe, waarbij wij wederom verwijzen naar hetgeen hierboven over de geheimhouding is gesteld.’
3Het geschil
3.1.
De ondernemingsraad verzoekt bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad de volgende voorzieningen te treffen:
I. te oordelen dat Hermes niet in redelijkheid tot het opleggen van geheimhouding heeft kunnen besluiten, waar het de inhoud van de aan de ondernemingsraad voorgelegde adviesaanvraag van 14 maart 2025 betreft;
II. Hermes te gebieden de ondernemingsraad, binnen een uur na betekening van dit vonnis, mede te delen dat de aan de ondernemingsraad opgelegde geheimhouding waar het de inhoud van de adviesaanvraag van 14 maart 2025 betreft, is ingetrokken.
3.2.
De ondernemingsraad meent dat Hermes in alle redelijkheid niet tot het opleggen van geheimhouding van de adviesaanvraag van 14 maart 2025 had mogen besluiten.
De ondernemingsraad stelt dat hij vrij moet zijn om met de personen die werkzaam zijn binnen het bedrijf van gedachten te kunnen wisselen over de adviesaanvraag omdat het voorgenomen besluit per definitie tot gevolg heeft dat het personeel een andere werkgever krijgt, hetgeen grote gevolgen heeft. Zonder die mogelijkheid is het bedrijven van medezeggenschap een lege huls. Ook wil hij kunnen overleggen met de betrokken vakbonden of zij wel instemmen met een constructie waarbij niet de mogelijk toekomstig concessiehouder (Transdev Nederland Mobility Services B.V.), maar een personeels-B.V. (Connexxion Openbaar Vervoer B.V.) de werkgever - in afwijking tot artikel 38 WP2000 - zal worden. De ondernemingsraad heeft gesteld dat het loutere gegeven dat Hermes niet zal inschrijven op de concessie, maar dat een andere entiteit binnen het Transdev-concern voornemens is in te schrijven op de vervoersconcessie, op zichzelf geen informatie betreft die de opgelegde geheimhouding rechtvaardigt.
3.3.
Hermes voert verweer. Hermes concludeert tot niet-ontvankelijkheid van ondernemingsraad, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van de ondernemingsraad, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van ondernemingsraad in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4De beoordeling
4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of de ondernemingsraad ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. De procedure leent zich, vanwege het spoedeisend karakter, niet voor uitvoerig onderzoek, getuigenverhoren of voorlichting door deskundigen.
4.2.
Tussen partijen staat vast dat de ondernemingsraad op 11 april 2025 zijn advies aan Hermes moet uitbrengen over het niet inschrijven op een vervoersconcessie waarvan thans de termijn uiterlijk 16 april 2025 sluit. Hieruit volgt de spoedeisendheid van de vorderingen van de ondernemingsraad.
4.3.
Een kort geding leent zich uit de aard van de procedure niet voor een uitputtende beoordeling van de opgeworpen vraag of Hermes niet in redelijkheid tot het opleggen van geheimhouding heeft kunnen besluiten, maar dient zich te beperken tot de vraag in het licht van de geformuleerde vorderingen en de tussen partijen gevoerde discussie of de opgelegde geheimhoudingsplicht richting de achterban en vakbonden opgeschort dient te worden.
Dat de gevolgen van toewijzing van het gevorderde min of meer onherstelbaar zijn, kan een rol spelen in de beoordeling van de vorderingen en de verweren, waar het gaat om proportionaliteit en doelmatigheid van de vorderingen, maar de enkele omstandigheid dat een toewijzing onherstelbare gevolgen heeft, staat niet aan een toewijzing in de weg.
4.4.
Toewijzing van de schorsing van de geheimhoudingsplicht kan slechts plaatsvinden indien voldoende aannemelijk is dat de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het opleggen van de geheimhouding had kunnen besluiten. Hierbij is van belang dat er goede argumenten moeten zijn om geheimhouding op te leggen en dat daarvan enkel weloverwogen gebruik van gemaakt behoort te worden gemaakt.
4.5.
De kantonrechter heeft op zichzelf veel begrip voor het feit dat de ondernemingsraad met haar achterban wil overleggen over het voornemen dat niet Hermes Openbaar Vervoer B.V. , maar Transdev Nederland Mobility Services N.V. gaat inschrijven op de ANF-concessie. Als de concessie vervolgens aan Transdev Nederland Mobility Services N.V. wordt gegund, is immers het voornemen dat het personeel niet in dienst komt bij Transdev Nederland Mobility Services N.V., maar bij de vennootschap Connexxion Openbaar Vervoer B.V.
In de nieuwsflitsen van de ondernemingsraad staat weliswaar de optie benoemd dat niet Hermes, maar een andere vennootschap binnen het Transdev-concern zal inschrijven op de ANF-concessie, maar daarbij is niet benoemd dat het personeel in dat geval vervolgens niet bij de concessiehouder in dienst zal treden, maar in dienst zal treden bij een andere vennootschap binnen het Transdev-concern.
Het voornemen om in geval Transdev Nederland Mobility Services N.V. de ANF-concessie krijgt het personeel in dienst te laten treden bij Connexxion Openbaar Vervoer B.V. in plaats van bij de bestaande werkgever Hermes is dus een optie waar de ondernemingsraad het personeel in deze nieuwsflitsen nog niet over heeft geïnformeerd en die blijkens hetgeen op de mondelinge behandeling is besproken ook nog niet eerder is voorgekomen bij Hermes of in het Transdev-concern. Voorstelbaar is dat bij het personeel vragen zullen gaan rijzen over de achtergrond van dit voornemen en wat voor gevolgen dit eventueel kan hebben (bijvoorbeeld op het gebied van harmonisatie van arbeidsvoorwaarden binnen het Transdev-concern) en dat de ondernemingsraad het personeel daarom daarover al wil raadplegen in het kader van deze adviesaanvraag en niet pas als Hermes niet heeft ingeschreven voor de ANF-concessie. Desondanks zal de kantonrechter de opgelegde geheimhoudingsplicht niet opheffen of schorsen. De kantonrechter overweegt in dat kader als volgt.
4.6.
De ondernemingsraad stelt dat het loutere gegeven dat Hermes niet zal inschrijven op de concessie, doch dat een andere juridische entiteit binnen het Transdev-concern voornemens is in te schrijven op de vervoersconcessie, op zichzelf geen informatie is die de opgelegde geheimhouding rechtvaardigt, zodat de ondernemingsraad vrij moet kunnen zijn daarover met haar achterban en de betrokken vakbonden te kunnen overleggen.
4.7.
De kantonrechter deelt voornoemd standpunt van de ondernemingsraad niet. Hermes heeft naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat informatie over het niet inschrijven met Hermes Openbaar Vervoer N.V. maar met Transdev Nederland Mobility Services N.V. met mogelijke indiensttreding van het personeel bij Connexxion Openbaar Vervoer B.V. bedrijfsvertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie is in het kader van de naderende aanbesteding. Informatie die van belang kan zijn voor concurrerende vervoersbedrijven die ook voornemens zijn om in te schrijven op de aanbesteding.
4.8.
De kantonrechter is van oordeel dat het belang van de ondernemingsraad om haar achterban te raadplegen minder zwaar weegt dan het belang van Hermes. Daarbij wordt ook uitdrukkelijk meegewogen dat de opgelegde geheimhouding niet zo ver gaat dat raadpleging van de achterban geheel onmogelijk is gemaakt door Hermes. Bij brief van 31 maart 2025 heeft Hermes aan de ondernemingsraad medegedeeld dat zij de drie opties uit de nieuwsbrief van 22 april 2024 kan voorhouden om daarop de reactie van de achterban te ontvangen. Tijdens de mondelinge behandeling is daarop nog aangeboden dat de ondernemingsraad daarbij ook een vierde variant mag bespreken, te weten de variant dat Transdev Nederland Mobility Services N.V. inschrijft op de concessie en dat als Transdev Nederland Mobility Services N.V. de concessie gegund wordt, getracht wordt het personeel in dienst te laten treden bij Connexxion Openbaar Vervoer B.V., mits de ondernemingsraad niet bekend maakt dat deze vierde variant op dit moment de voorgenomen wijze van inschrijving door Hermes/het Transdev-concern op de ANF-concessie is. De kantonrechter begrijpt goed dat de ondernemingsraad liever de zaak zonder deze beperking, open en bloot, met haar achterban bespreekt, maar doordat zij ook deze vierde optie aan de achterban voor mag leggen wordt de ondernemingsraad in staat gesteld haar medezeggenschapstaak uit te voeren en wordt tegelijkertijd voorkomen dat de mogelijk schadelijke gevolgen bij openbaarmaking intreden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de ondernemingsraad aangevoerd dat zij er sowieso een voorstander van is dat de ANF-concessie voor het Transdev-concern behouden blijft. Het is dan ook van belang voor de ondernemingsraad en haar achterban dat de mogelijke nadelige gevolgen van openbaarmaking van de informatie binnen het aanbestedingstraject niet intreden.
4.9.
Ook ten aanzien van een overleg met de vakbonden omtrent de mogelijkheid dat de concessie binnen het Transdev-concern behouden blijft, maar het personeel niet bij de concessiehouder in dienst komt maar bij Connexxion Openbaar Vervoer B.V., geldt dat het belang van geheimhouding aan de zijde van Hermes met het oog op de aanbesteding en de mogelijk schadelijke gevolgen die openbaarmaking van de informatie met zich mee kan brengen, zwaarder weegt dan het belang van de ondernemingsraad om te achterhalen wat het standpunt van de vakbonden is ten aanzien van de overgang van het personeel naar Connexxion in plaats van naar de concessiehouder en in plaats van het in dienst blijven bij Hermes. De ondernemingsraad mag immers ook met de vakbonden de vier mogelijke varianten bespreken en bovendien na overleg met Hermes onder embargo aan bepaalde leden van de vakbonden kenbaar maken dat deze vierde variant de op dit moment door hermes voorgestane variant is. De ondernemingsraad heeft bovendien ook onvoldoende onderbouwd hoe de uitkomst van dit overleg van invloed is op haar inhoudelijk advies.
4.10.
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft Hermes op grond van het voorgaande dan ook een zwaarder wegend belang bij instandhouding van de opgelegde geheimhouding, dan de ondernemingsraad en heeft Hermes derhalve bij de afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot het opleggen van geheimhouding kunnen besluiten.
4.11.
De ondernemingsraad heeft tot slot aangevoerd dat leden van de ondernemingsraad van Connexxion Openbaar Vervoer B.V. op de hoogte zijn gesteld van het voornemen van Hermes, maar dat aan hen geen geheimhouding is opgelegd. Dat de informatie niet meer geheim is (spreekwoordelijk op straat ligt) omdat dit bij andere onderdelen van het concern niet als vertrouwelijk wordt behandeld, heeft Hermes bestreden. Hermes heeft in dit verband aangevoerd dat de ondernemingsraad van Connexxion Openbaar Vervoer B.V. is geïnformeerd over de plannen. Er is geen advies gevraagd ex artikel 25 WOR en daarom dus ook geen geheimhouding ex artikel 20 WOR opgelegd, maar de ondernemingsraad van Connexxion Openbaar Vervoer is uitdrukkelijk gewezen op het uiterst vertrouwelijke en gevoelige karakter van deze informatie en dat deze informatie daarom geheim moet blijven, aldus Hermes. Op de mondelinge behandeling is ook niet gebleken dat de ondernemingsraad van Connexxion Openbaar Vervoer B.V. niet vertrouwelijk met deze informatie omgaat en dat deze informatie inmiddels bij derden bekend is geworden. De kantonrechter gaat derhalve voorbij aan deze stelling.
4.12.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5De beslissing
De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van ondernemingsraad af,
5.2.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.A. Donkersloot, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2025. | Link naar deze uitspraak
|
| |
|
|