Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBROT:2025:13870 
 
Datum uitspraak:14-11-2025
Datum gepubliceerd:28-11-2025
Instantie:Rechtbank Rotterdam
Zaaknummers:FT RK 25-1170
Rechtsgebied:Insolventierecht
Indicatie:toewijzing wettelijke schuldsanering. Afwijzing eerdere ingangsdatum nu de afdrachtverplichting niet gecontroleerd kan worden.
Trefwoorden:uitkering
wao
Wetreferenties:Faillissementswet 284
 
Uitspraak
Rechtbank Rotterdam

Team insolventie

insolventienummer: [nummer]


vonnis van: 14 november 2025

op het verzoek van:



[verzoeker]
,
wonende te [adres],

[postcode] [plaatsnaam].



Waar deze zaak over gaat


[verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (Wsnp). Dit verzoek wordt toegewezen. Daarnaast verzoekt [verzoeker] om de ingangsdatum van de Wsnp vast te stellen op 28 maart 2025. Dit verzoek wordt afgewezen.

De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.





1De procedure

1.1.

[verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de Wsnp en om een eerdere ingangsdatum te bepalen.



1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 7 november 2025. Op de zitting zijn verschenen:
- [verzoeker],
- [naam], vriendin van [verzoeker],
- mevrouw M. Baaij, beschermingsbewindvoerder.



1.3.
De schuldhulpverlener van [verzoeker] heeft, op verzoek van de rechtbank, op 10 november 2025 aanvullende stukken toegezonden aan de rechtbank.






2De beoordeling


De toelating



2.1.

[verzoeker] kan worden toegelaten tot de Wsnp als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoeker] aan de verplichtingen van de Wsnp zal voldoen.



2.2.

[verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de Wsnp.



Bevoegdheid




2.3.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van [verzoeker] in Nederland ligt.


Duur




2.4.
De rechtbank stelt de termijn van de Wsnp-regeling ex artikel 349a Fw (hierna: looptijd) op 18 maanden.


De ingangsdatum




2.5.
De Faillissementswet (hierna: Fw) bepaalt dat de looptijd in beginsel ingaat op de dag van dit vonnis, tenzij er aanleiding is de looptijd eerder te laten ingaan.



2.6.
Een eerdere ingangsdatum kan worden bepaald als vanaf die eerdere datum de verplichtingen die volgen uit het voorafgaande schuldhulpverleningstraject zijn nagekomen. Als uitgangspunt geldt daarbij dat de schuldenaar tijdens het minnelijke voortraject maximaal, op basis van de normen die gelden voor berekening van het vrij te laten bedrag (het vtlb), moet aflossen op zijn schulden en dat hij zich moet inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven. Die inspanningsplicht houdt in beginsel in dat er bij arbeidsgeschiktheid fulltime gewerkt moet worden of er moet aantoonbaar worden gesolliciteerd naar een fulltime baan.



2.7.
De rechtbank kan niet vaststellen dat aan de vereiste verplichtingen is voldaan. [verzoeker] ontvangt een WAO-uitkering en is volledig arbeidsongeschikt. Desondanks blijkt uit de stukken en verklaringen dat hij met enige regelmaat betaalde arbeid verricht. Om te kunnen beoordelen of [verzoeker] heeft voldaan aan zijn afdrachtverplichting, is een juiste vaststelling van het vtlb noodzakelijk. De rechtbank beschikt echter niet over stukken waaruit het vtlb volledig kan worden afgeleid of onderbouwd, anders dan enkele loonstroken en uitkeringsspecificaties. Hierdoor kan niet worden gecontroleerd of het berekende vtlb juist is vastgesteld en evenmin of [verzoeker] heeft voldaan aan zijn afdrachtverplichting in perioden waarin sprake was van afloscapaciteit.



2.8.
De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat er geen eerdere ingangsdatum zal worden bepaald.






3De (controle van) verplichtingen in de Wsnp


3.1.
De verplichtingen waaraan [verzoeker] tijdens de Wsnp moet voldoen zijn: de informatieverplichting, de inspanningsverplichting, de verplichting geen nieuwe schulden te maken, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en de afdrachtverplichting (van inkomen boven het vtlb en van goederen die in de boedel vallen).



3.2.
Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert in de eerste plaats of [verzoeker] de verplichtingen van de Wsnp nakomt.



3.3.
De taak van de bewindvoerder is in de tweede plaats om de zogenaamde boedel van de schuldenaar te beheren en te vereffenen (artikel 316 Fw). De boedel omvat alle bezittingen die [verzoeker] nu heeft en wat hij tijdens de toepassing van de regeling verkrijgt (artikel 295 Fw). [verzoeker] heeft de verplichting om tot de boedel behorende bezittingen aan de bewindvoerder af te staan (artikel 296 Fw). De bewindvoerder zal de opbrengsten hiervan verdelen onder de schuldeisers.



3.4.
Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.



3.5.
De eerste 13 maanden van het traject geldt in beginsel een postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan [verzoeker].



3.6.
Als [verzoeker] zich tijdens het Wsnp-traject houdt aan alle verplichtingen van de Wsnp eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de Wsnp werkt niet meer op [verzoeker] kunnen verhalen. De “schone lei” geldt vanaf het moment dat de bewindvoerder klaar is met zijn afwikkelingstaak. Dat is als de slotuitdelingslijst verbindend is geworden.






4De beslissing

De rechtbank:

- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:



[verzoeker]
,
geboren op [geboortedatum]-1975 te [geboorteplaats],
wonende te [adres], [postcode] [plaatsnaam];
- benoemt tot rechter-commissaris mr. J.T.P. Pot
en tot bewindvoerder R.I. de Jong,
gevestigd te [postadres]
;



stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 14 november 2025 en de duur op 18 maanden, en bepaalt de einddatum van de looptijd daarmee op 14 mei 2027;


draagt de bewindvoerder op de post van [verzoeker] in te zien;



- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen voor zover de boedel toereikend is.


Dit is de beslissing van mr. J.T.P. Pot, rechter, in samenwerking met A.B.T. Fernandes Pedra, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 november 2025.











Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.
Link naar deze uitspraak