Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:OGEAC:2019:69 
 
Datum uitspraak:09-04-2019
Datum gepubliceerd:15-04-2019
Instantie:Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Zaaknummers:CUR201800450
Rechtsgebied:Belastingrecht
Indicatie:Het aangiftebiljet moet, zowel op papier als digitaal, een balans en verlies- en winstrekening bevatten. Belanghebbende heeft de aangifte digitaal ingevoerd zonder jaarrekening. Daarom heeft belanghebbende niet tijdig een (volledige) aangifte gedaan. De verzuimboete wordt gehandhaafd.
Trefwoorden:belastingrecht
formeel belastingrecht
naheffingsaanslag
 
Uitspraak
Uitspraak van 9 april 2019
BBZ nr. CUR201800450


GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO


UITSPRAAK

op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:



[ Belanghebbende ], gevestigd te Curaçao,
belanghebbende,

gericht tegen:


DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.





1PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 29 juni 2017 een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2015 opgelegd van NAf 6.000. Daarbij is een verzuimboete opgelegd van NAf 1.000 vanwege het niet tijdig doen van aangifte (derde verzuim).



1.2
Belanghebbende heeft op 25 juli 2017 daartegen bezwaar gemaakt.



1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 21 december 2017 de naheffingsaanslag en de verzuimboete gehandhaafd.



1.4
Belanghebbende heeft op 15 februari 2018 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. Daarbij is NAf 150 aan griffierecht betaald.



1.5
De Inspecteur heeft op 25 maart 2019 een verweerschrift ingediend.



1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 29 maart 2019 te Willemstad. Namens belanghebbende is verschenen haar aandeelhouder en enig bestuurder [ A ]. Namens de Inspecteur is verschenen [ B ].







2FEITEN

2.1
Belanghebbende heeft niet verzocht om uitstel voor het indienen van de aangifte winstbelasting 2015. Aan belanghebbende is dan ook geen uitstel verleend.



2.2
Belanghebbende heeft op 24 juni 2016 via het online portaal haar aangiftegegevens – waaronder een winst van nihil – ingevoerd zonder een jaarrekening bij te voegen. Belanghebbende heeft daarom de volgende melding gekregen: “Deze aangifte winstbelasting mag nog niet worden ingediend. U dient een jaarrekening in te voegen en alle rubrieken met daarbij vereiste bijlagen volledig en correct op te voeren”. Vervolgens heeft belanghebbende op dezelfde datum ook een papieren aangifteformulier ingediend, wederom zonder een jaarrekening bij te voegen.



2.3
De Inspecteur heeft op 29 juni 2017 de aanslag winstbelasting 2015 opgelegd, alsmede een verzuimboete van NAf 1.000 vanwege het niet tijdig doen van aangifte.





3GESCHIL

3.1
In geschil is of de naheffingsaanslag en de verzuimboete terecht en tot een juist bedrag zijn opgelegd.



3.2
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de naheffingsaanslag en de verzuimboete. De Inspecteur concludeert ook tot vernietiging van de naheffingsaanslag, maar tot handhaving van de verzuimboete.



3.3
Nu tussen partijen niet langer in geschil is dat de naheffingsaanslag moet worden vernietigd, zal het Gerecht partijen daarin volgen. Reeds daarom is het beroep gegrond.





4OVERWEGINGEN

4.1
Het aangiftebiljet – op papier dan wel digitaal – bevat vragen die door de belastingplichtige beantwoord moeten worden. Daarnaast dient de belastingplichtige in de aangifte de fiscale winst te berekenen op basis van vermogensvergelijking en moeten bescheiden worden bijgevoegd, zoals een balans en verlies- en winstrekening (vgl. GEA Curaçao 26 april 2018, nr. CUR201500361, ECLI:NL:OGEAC:2018:65).



4.2
Belanghebbende was gehouden uiterlijk 30 juni 2016 een definitieve aangifte winstbelasting 2015 te doen. Een dergelijke aangifte dient voornoemde gegevens te bevatten. Belanghebbende heeft op 24 juni 2016 via het online portaal haar aangiftegegevens ingevoerd zonder een balans en verlies- en winstrekening bij te voegen. Ook het papieren aangifteformulier dat op dezelfde datum is ingediend, bevat geen jaarrekening. Reeds omdat een jaarrekening ontbreekt, heeft belanghebbende niet tijdig een (volledige) aangifte gedaan.



4.3
Op grond van artikel 18, lid 2, ALL kan de inspecteur ter zake van dit verzuim een boete opleggen van ten hoogste NAf 2.500.



4.4
In de Ministeriële regeling formeel belastingrecht is onder meer het boetebeleid van de Inspecteur neergelegd. Op grond van artikel 4.3, lid 1 van deze Ministeriële regeling wordt bij het opleggen van een verzuimboete rekening gehouden met het aantal keren dat in de voorafgaande vier belastingjaren een verzuim is geconstateerd.



4.5
Ingevolge artikel 4.4, lid 1 en 3 van deze ministeriële regeling legt de Inspecteur bij een eerste verzuim een boete op van NAf 250, bij een tweede verzuim een boete van NAf 500, bij een derde verzuim een boete van NAf 1.000, bij een vierde verzuim een boete van NAf 1.500, en bij een stelselmatig verzuim een boete van NAf 2.500.



4.6
De onderhavige aangifte winstbelasting 2015 is buiten de termijn ingediend. In zoverre heeft de Inspecteur terecht een verzuimboete opgelegd.



4.7
De Inspecteur heeft gesteld, hetgeen niet is weersproken door belanghebbende, dat ook voor de jaren 2012 en 2014 aan belanghebbende verzuimboetes zijn opgelegd vanwege het niet tijdig doen van aangifte dan wel niet tijdig betalen van de winstbelasting. Het boetebeleid van de Inspecteur brengt mee dat bij een derde verzuim een boete van NAf 1.000 dient te worden opgelegd. Het Gerecht acht deze boete passend en geboden. Dat belanghebbende voor het jaar 2015 geen winst heeft gemaakt en dus geen winstbelasting is verschuldigd, doet daaraan niet af. Ook in het geval geen winst heeft gerealiseerd, dient immers tijdig aangifte winstbelasting te worden gedaan (GEA Curaçao 8 februari 2019, nr. CUR201702345, ECLI:NL:OGEAC:2019:25). De verzuimboete wordt dus gehandhaafd.





5PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

5.1
Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten, nu niet is gebleken van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.



5.2
Wel dient de Inspecteur op grond van artikel 18, lid 5, Landsverordening op het beroep in belastingzaken, het betaalde griffierecht van NAf 150 aan belanghebbende te vergoeden.






6DE BESLISSING
Het Gerecht:

- verklaart het beroep inzake de naheffingsaanslag gegrond;
- verklaart het beroep inzake de verzuimboete ongegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar inzake de naheffingsaanslag;
- vernietigt de naheffingsaanslag winstbelasting 2015; en
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 150 te vergoeden.

Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 9 april 2019, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël – van der Biezen BSc.


De griffier, De rechter,
























Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.




HOGER BEROEP

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen twee maanden na de verzenddatum hoger beroep instellen bij:

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)


Wilhelminaplein 4


Willemstad


Curaçao


U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).

Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie: belastinggriffie@caribjustitia.org.

Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf. 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf. 500
Link naar deze uitspraak